Zien: Het Dordts Patriciërshuis

De huizentour van Mr. W. en mij is in volle gang! Onlangs bezochten wij maar liefst twee huismusea in Dordrecht. Vandaag vertel ik jullie graag over het museum dat het vroegste stukje geschiedenis laat zien: Het Dordts Patriciërshuis. Dit woonhuis ademt de sfeer van rond 1800, die we zo goed kennen uit de boeken van Jane Austen. Nederland was een stuk minder welvarend in deze tijd dan Groot-Brittannië, maar daar is in dit mooie huis niets van te zien.

Bij binnenkomst in het huismuseum worden we hartelijk begroet door een gastheer en gastvrouw, die ons de weg wijzen naar de garderobe in de bijkeuken, en ons een kopje thee in het vooruitzicht stellen. Dat is het idee bij dit museum: De sfeer is huiselijk, alsof de familie uit de Patriottentijd net even een blokje om is.

Het Patriciërshuis aan de Wolwevershaven 9 in Dordrecht. © My inner Victorian.

Tot zo’n elf jaar geleden werd het Patriciërshuis nog bewoond door de familie Gooshouwer. Zij waren heel enthousiast over dit pand en zijn geschiedenis: Zo begonnen zij niet alleen het huis in stijl aan te kleden, maar ook meubels en kunstwerken uit de periode 1780-1810 te verzamelen. Toen zowel de verzameling als de kinderen groter werden, werd het tijd om naar andere woonruimte om te zien. Hun woonhuis toverden zij vervolgens om tot een historisch huismuseum. Het is een liefdewerk met veel oog voor detail.

De route door het huis die ons door de gastvrouw wordt aangeraden begint op zolder, waar een film over het ontstaan van het museum te zien is. Maar op mijn blog begin ik waar een gewone bezoeker ook zou beginnen: bij de voordeur. En natuurlijk met een stukje geschiedenis.

Een huis uit de tijd van Jane Austen

Het huidige Patriciërshuis heeft zijn oorsprong in de 17e eeuw. Op het perceel aan de Wolwevershaven werden rond 1650 twee herenhuizen gebouwd, die in 1733 werden samengevoegd tot één woning. De eerste verdieping, kap, en de symmetrische voorgevel met empire-schuiframen stammen uit de 18e eeuw. De laatste grote verbouwing die invloed had op het aangezicht van de woning vond plaats in 1780, met de bouw van een prachtige kamer aan de achterzijde van het huis. Ook veel ornamenten in de woning zijn uit deze periode, en zijn nog altijd heel mooi bewaard gebleven.

Gezicht vanaf de Merwede op het Groothoofd, de Damiatebrug, de Grote Kerk en het pakhuis Stockholm (ca 1750) door Aert Schouwman (1710-1792). Het Patriciërshuis ligt rechts, dichtbij het grote pakhuis. Collectie: Regionaal Archief Dordrecht, nr. 552_230161. Bewerking door My inner Victorian.

Ondanks later renovatiewerk ademt het huis de sfeer van de late 18e, en begin 19e eeuw. Nu het huis sinds 2011 een museum geworden is, is er getracht om het huis zo veel mogelijk terug te brengen in de staat van 1780-1810. Ook alle meubels en kunstwerken die er nu te bewonderen zijn, stammen uit deze tijd. En zo stappen we, nadat we aan de klassieke bel hebben getrokken, met het woonhuis ook de late 18e eeuw binnen. De tijd van Jane Austen, patriotten en Orangisten, Christina van Teylingen, trekschuiten, en de Franse Revolutie.

Binnenkijken in de voorkamers

Achter de voordeur treffen we een statige lange hal aan in wit marmer, met opvallend genoeg drie hellebaarden aan de muur. Zij werden gebruikt om de woning te bewaken, toen Anthonij van den Santheuvel er in de jaren 1780 woonde, en burgemeester van Dordrecht was.

De hal van het Patriciërshuis, kijkend naar de voordeur. Rechts aan de muur hangen de drie hellebaarden uit de tijd van burgemeester Van den Santheuvel, rond 1780. © My inner Victorian.

Aan de voorzijde liggen twee kamers, die waarschijnlijk beide als ontvangstruimte hebben gediend. Rechts is er de salon, met een luxe gedecoreerde witmarmeren schoorsteenmantel met geelmarmeren details. Erboven hangt een originele spiegel, en tussen de ramen hangt een pendantspiegel. Het zal deze kamer geschikt hebben gemaakt om in de avond gezamenlijk te zitten, omdat de vergulde spiegels (kaars)licht weerkaatsen. Op de schoorsteenmantel staat een statige klok – zoals haast alles in dit huis in Louis XVI-stijl.

De salon in het Patriciërshuis, met twee spiegels en een rijk versierde schoorsteenmantel. © My inner Victorian.
De klok op de schoorsteenmantel in de salon. Let ook op de rijke details van de schoorsteenmantel in geel marmer, een materiaal dat erg kostbaar was. In de spiegel zien we boven de deurpost een zogenaamd ‘witje’. © My inner Victorian.

In deze ruimte zijn meerdere kunstwerken te bewonderen. Allereerst het zogenaamde ‘witje’; de grisaille boven de deur. Door het ogenschijnlijk reliëf lijkt het een beeldhouwwerk, maar het is in werkelijkheid schilderwerk in één kleur, om het op uitgewerkt reliëf te laten lijken. Deze stijl was in de 18e eeuw in de mode.

Een grisaille (witje) boven de deurpost in de salon. © My inner Victorian.

Verder hangen er in de kamer werken van Dordtse meesters, zoals Cornelis Kuipers (1739-1802). De familie Gooshouwer begon met het verzamelen van deze vrij onbekende kunstenaar, door de originele grisaille die de schilder in een achterkamer heeft vervaardigd. Het leuke is dat een groot deel van Kuipers oeuvre nu op één plek hangt: in het Patriciërshuis. In de salon hangen twee van zijn meesterwerken, namelijk stillevens met bloemen. Zelf was ik bijzonder onder de indruk van een ander werk van zijn hand, dat in de kamer aan de overzijde van de salon hangt.

In de salon: Links naast de haard Bloemstilleven met vruchten en een kom goudvissen (1777) door Cornelis Kuipers. Links aan de wand een buffet met Chinese lakpanelen. © My inner Victorian.

Een bijzonder mooi meubelstuk uit de collectie is een buffet met Chinese lakpanelen. Het staat op een gepaste plek, want deze kamer werd in de 18e en 19e eeuw de ‘Chinese kamer’ genoemd, zo blijkt uit inventarislijsten van nalatenschappen. Tot zeker 1892 zat er namelijk een bijzonder zijden behang op de muur tegenover het raam, met taferelen uit de Qing-dynastie. Dit was zeer kostbaar, maar ook erg kwetsbaar. Het wordt dan ook in meerdere boedelbeschrijvingen door de jaren heen beschreven als “hetgeen er nog van het Chinese behang over is.” Helaas heeft het behang de 20e eeuw waarschijnlijk niet gehaald, maar dankzij kleuronderzoek van de familie Gooshouwer is het houtwerk in de kamer wel in een authentiek groene kleur geschilderd, passend bij de late 18e eeuw.

Op naar de kamer aan de overzijde, die in dezelfde stijl is opgemaakt, maar net wat minder luxe is. De grootste blikvanger is hier het kunstwerk boven de witmarmeren schoorsteenmantel: Pluimvee in parklandschap (1787) door Cornelis Kuipers. Op dit moment is de kamer ingericht als eetkamer met ook weer prachtige meubels in de Louis XVI-stijl. In een voormalige ingebouwde kast is zeer kundig sanitair ingebouwd voor de moderne bezoeker. De bewoners in de 18e eeuw gingen uiteraard naar een buitenplee op de binnenplaats.

Tegenover de salon ligt een iets eenvoudiger gedecoreerde kamer, maar wel met het prachtige Pluimvee in parklandschap (1787) door Cornelis Kuipers. © My inner Victorian.

Van achterkamer tot benedenkeuken

Verder de gang door komen we in het oorspronkelijke achterdeel van het huis. Hier ligt links nog een kamer, en rechts de huidige keuken. Dit deel van het huis is in de loop der jaren flink verbouwd, afhankelijk van het gebruik van de ruimte.

De achterkamer links werd tot in de 19e eeuw de goudleerkamer genoemd, naar de luxe wandbespanning die de illusie van een gouden bekleding geeft. Helaas is deze wandbekleding niet bewaard gebleven. In plaats daarvan heeft het museum gekozen voor een behang met roze, beige en witte verticale banen, die beslist niet zouden hebben misstaan in een Georgian interieur. Zelf moest ik meteen denken aan de striped drawing room van Apsley House, het stadspaleis van de Hertog van Wellington in Londen. Ook het gerenoveerde Bakkehus in Kopenhagen heeft voor eenzelfde kleurstelling gekozen in de tuinkamer.

Aan de achterzijde van het huis ligt de voormalige goudleerkamer. Origineel is nog het haardstuk van de hand van Cornelis Kuipers uit 1777. © My inner Victorian.

De schouw in de achterkamer is eenvoudig zwart, maar steekt juist mooi af bij de blikvanger van deze kamer: Een grote grisaille van de hand van Cornelis Kuipers uit 1777: Koophandel en Welvaart. Dit haardstuk is speciaal voor deze plek vervaardigd, en is in al die jaren dus nooit verplaatst. De schaduwpartijen kloppen met het licht van de vensters, dat vanaf de rechterkant op het kunstwerk schijnt, en zo de illusie van reliëf onderstreept.

Tegenover deze kamer ligt de huidige keuken, ook wel in historische stukken omschreven als de ‘bovenkeuken’. Hier is in de loop der jaren veel gewijzigd, maar intact is nog de spoelbak in de bijkeuken. Verder is er een prachtige donkerrood geverfde keukenkast, waarin origineel 18e-eeuws glaswerk staat. Het is opvallend hoeveel kleiner glazen toen waren, vergeleken met tegenwoordig. Op de plek van het huidige moderne fornuis in klassieke stijl zal vroeger een 19e-eeuws kolenfornuis hebben gestaan. De oudere keuken, de ‘benedenkeuken’ genoemd, bevindt zich in de kelder.

Twee werken van Cornelis Kuipers: Bloemstilleven met vruchten en een kom goudvissen (1777) en Stilleven van bloemen en vruchten met een kat en een muis (1779).

En dan… Aan het einde van de gang bevindt zich de ruimte waar het Patriciërshuis het meest bekend om is: De Maaskamer.

Entertainment in de koepelkamer

De Maaskamer, of koepelkamer, is de laatste historische toevoeging aan het pand, en werd gebouwd tussen 1780 en 1783 op de plaats van een bestaand terras . Het bijzondere is dat de kamer volledig rond is (je kunt dit goed zien door naar het plafond te kijken), en deels over de rivier uitsteekt. De ramen geven een prachtig uitzicht over het drukke waterknooppunt van de Oude Maas, Noord, en Merwede.

De Maaskamer: Een perfect rond vertrek met uitzicht over het water. © My inner Victorian.

De Maaskamer is op dit moment zo goed als leeg, omdat de ruimte onder andere gebruikt wordt voor bruiloften. En dat is niet zo gek, want de originele Louis XVI-ornamenten zijn werkelijk schitterend. Op het plafond zien we guirlandes en kwastjes, en ook op de wandpanelen goudkleurige kwasten die de kaarsenhouders verfraaien. De schouw is in twee kleuren uitgevoerd met prachtige details, en de originele houten wandpanelen zijn in authentiek zacht lichtgrijs geschilderd. Het knappe aan deze kamer is, dat er ruime kasten in de wanden verborgen zijn, als ook een klein wasbakje voor gasten om zich op te frissen. Daarnaast zijn de luiken voor de ramen ingenieus weggewerkt, zodat ze de perfecte cirkel van de kamer niet verstoren.

Het plafond in de Maaskamer. © My inner Victorian.
Nog een detail: Vergulde kaarsenhouders zorgden voor schittering tijdens bijeenkomsten in de avonduren. © My inner Victorian.
Details op de marmeren schoorsteenmantel in de Maaskamer. © My inner Victorian.

In de Maaskamer staan momenteel slechts enkele meubelstukken, waaronder het enige meubelstuk van het hele huis dat bij het oorspronkelijke interieur heeft gehoord: een wit buffet dat ter rechterzijde van de deur staat. Qua stijl past het volledig in deze kamer, en de ronde achterzijde zorgt ervoor dat het mooi tegen de muur past. Ik denk dat dat de reden is waarom het ook als enige is achtergebleven: Het buffet is gemaakt voor deze kamer, maar zou minder goed passen in een alledaags interieur met rechte hoeken.

Het perfect passende buffet in de Maaskamer is het enige meubelstuk dat sinds de 18e eeuw in het huis bewaard is gebleven.© My inner Victorian.

Naast het adembenemende uitzicht en de verfijnde details biedt de Maaskamer nog iets bijzonders: De akoestiek is ontzettend goed. Dit is natuurlijk geen toeval, en ik kan me dan ook goed voorstellen dat er in deze ruimte vaak een piano zal hebben gestaan. Het is de ideale plek voor entertainment met vrienden en kennissen, voor de welbekende ‘Austeneske’ avondjes kaarten, muziek maken en voorlezen. Ik hoor Miss Bingley uit Pride and Prejudice al zeggen: “Miss Eliza Bennet, let me persuade you to follow my example, and take a turn about the room. I assure you it is very refreshing after sitting so long in one attitude.”

Achter de houten panelen zitten kasten en luiken verstopt. Maar dat niet alleen: Dit wasbakje kon door gasten gebruikt worden om zich op te frissen, met een kan water ernaast. Het kraantje is van later datum. © My inner Victorian.

Overigens zal de ruimte ook uitermate geschikt zijn geweest voor bals. Deze werden aan het einde van de 18e eeuw regelmatig in woonhuizen georganiseerd. Er is niet bijzonder veel ruimte voor nodig om een aantal koppels te laten dansen: Met de meubels aan de kant – zoals überhaupt niet ongebruikelijk was rond 1800 – biedt de Maaskamer echt genoeg ruimte voor quadrilles en cotillions.

Slaap- en dienstvertrekken

De begane grond van het Patriciërshuis is de best bewaard gebleven verdieping van het museum. Dat is ook niet zo gek: Privévertrekken werden minder belangrijk bevonden dan openbare ruimtes. Op de verdiepingen met slaap- of werkruimtes werd dus meestal niet zo veel aandacht besteed aan de aankleding, en daarop volgend ook niet bij verbouwingen of renovaties met het oog op behoud. Een grappig weetje vond ik zelf dat meerdere bewoners in hun testament hebben opgenomen dat hun bedienden hun bed met beddengoed mochten houden – en dus meenamen naar een andere plek.

Een bedstede op zolder. © My inner Victorian.

Op de bovenverdiepingen lijken daarom alleen de vertrekken zelf nog in grove lijnen te bestaan. Als bezoeker herken je misschien de contouren van een voormalig bedstee. Leuk detail zijn de originele 18e-eeuwse droogstokken op zolder. In de ruimtes op de eerste verdieping zijn regelmatig exposities met Dordts werk te zien.

Het meest interessante werkvertrek is wat mij betreft de benedenkeuken, waar we kunnen zien hoe er in de 18e eeuw gekookt werd. Zo is er onder andere een origineel gemetseld fornuis uit de 18e eeuw. Dit is erg bijzonder, want in de meeste gevallen zijn restanten van dergelijke keukens gesloopt ten gunste van een 19e-eeuws kolenfornuis. In de keuken van Kew Palace in Londen kun je nog wel een gemetseld fornuis bewonderen, dat sinds enkele jaren gerestaureerd is en voor demonstraties wordt gebruikt.

In de kelder is de benedenkeuken te zien, uit de 18e eeuw. © My inner Victorian.
In de benedenkeuken met 18e eeuws fornuis. Achterin een ouderwetse pomp. © My inner Victorian.

Het gemetselde fornuis zou je kunnen beschouwen als een soort tussenvorm van koken, die je alleen in welgestelde huishoudens kon vinden: Niet slechts boven een haardvuur, zoals in vroeger eeuwen, maar ook nog niet op een ‘hypermodern’ kolenfornuis uit de 19e eeuw. Het werken op een stenen fornuis gaf iets meer controle dan op open vuur, maar nog niet zo veel als op kolenfornuizen. Vaak werden er op stenen fornuizen delicate gerechten bereid, zoals sauzen. Een mooi stuk vlees ging dan wel weer aan het draaispit boven open vuur, maar dat is in deze keuken niet bewaard gebleven.

Hoe leefde men in zo’n luxe herenhuis?

Als je door het pand loopt, gaan je gedachten als vanzelf naar de mensen die hier in het verleden hebben gewoond. Hoe leefden zij hier? Hadden ze bedienden? Hadden ze een buitenruimte met koets en paarden? En zouden ze het pand erg ruim, of juist wat krap hebben gevonden?

De bewonersgeschiedenis van het Patriciërshuis is uitgebreid beschreven door onderzoekster Angenetha Balm-Kok. En door kleine feitjes over huis en haard met elkaar te verbinden, kunnen we ons een beeld vormen van hoe de verschillende families in het huis leefden tussen 1780 en 1810. Allen waren leden van de bestuurlijke elite van de stad Dordrecht.

Allereerst was er in die periode Pompejus Hoeufft, die tot 1783 eigenaar van het huis was en de Maaskamer liet bouwen. Daarop volgde Anthonij van den Santheuvel, die trouwde met de weduwe van Hoeufft, en overleed in 1793. Tot slot woonde er in de Regency-periode Abraham Pompe van Meerdervoort. Hij overleed in 1819, maar zijn vrouw zou nog bijna 20 jaar langer in het pand blijven wonen.

De eerste Victoriaanse eigenaar van het Patriciërshuis was Huibert Schouten. Hij kocht het pand in 1838 en bleef er wonen tot zijn dood in 1880. Deze afbeelding van de Chinese kamer (de salon) werd gemaakt rond 1845. Het Chinese behang was er in werkelijkheid nog wel, maar wordt hier niet getoond. Ook andere details kloppen niet helemaal. Toch is het een leuk inkijkje in het huiselijk leven op dit adres. Collectie: Regionaal Archief Dordrecht, nr. 552_315141.

Opvallend aan de drie echtparen is dat zij allen kinderloos zijn gebleven. In de 19e eeuw was dit vrijwel altijd geen keuze, maar een speling van het lot. Het echtpaar Hoeufft had misschien nog op kinderen kunnen hopen, omdat zij nog maar 30 en 35 jaar waren toen zij in het Patriciërshuis gingen wonen. De andere echtparen waren op het moment dat zij in het huis trokken echter al over de vruchtbare leeftijd heen. Opvallend is ook dat later in de 19e eeuw er vaker níet dan wel echtparen met opgroeiende kinderen woonden. Mijn conclusie: Het statige pand werd over het algemeen te klein bevonden voor een voornaam gezin met kinderen.

Hoe kan dat nu toch, bij een dubbel herenhuis met meerdere kamers per verdieping? Blijkbaar hadden de dames en heren op stand genoeg ruimtes nodig voor al hun ontvangsten. Maar het heeft ook te maken met de aanwezigheid van bedienden, die ook een kamer nodig hadden, en kamers die werden gebruikt voor huishoudelijk werk. Zo wordt op een plattegrond uit 1917 een groot deel van de eerste verdieping als mangelkamer gebruikt. De zolder blijft daarnaast ook wasruimte, want de droogstokken hangen er nog steeds.

Genoeg ruimte voor de was. Op zolder zijn de originele droogstokken uit de 18e eeuw behouden. © My inner Victorian.

Het personeel nam de nodige ruimte in. Zo wordt er in 1761 gesproken van een ‘meidenkamer’ en ‘knechtenkamer’, en de weduwe van Abraham Pompe woonde er ‘alleen’ met twee dienstboden en een huisknecht. Deze kamers voor het personeel konden worden bereikt door middel van een trap in de bovenkeuken, zodat zij meneer en mevrouw niet voor de voeten liepen in het woonhuis.

In het huis was er veel opslagruimte: In de kelder had men voorraden van verschillende brandstoffen als hout, turf en kolen. Een wijnkelder was er ook. Op de ruime zolder zullen meubels, kleding en koffers zijn bewaard.

En was er ook buitenruimte? Rond 1734, toen de Maaskamer nog niet was gebouwd, had de familie een vrij ruime tuin, met onder andere een hondenhok, volières, een houthok en een kippenhok. Handig voor de eieren, en af en toe vlees. Rond 1800 was er ook een tuinman in dienst, maar omdat de Maaskamer een groot deel van het buitenperceel had afgesnoept, zal hij niet heel veel werk hebben gehad.

Huiselijk leven tussen 1780 en 1810: Dit schattige tafereel hangt momenteel in de tentoonstellingsruimte op de eerste verdieping. Ik heb niet kunnen achterhalen wie de schilder is.

Dat er in het huis ruimte was voor feesten en partijen, laten de mooie salons en de Maaskamer zien. Voor zaken en vertier buitenshuis hielden de voorname families van het Patriciërshuis een koets en paarden. Maar deze konden niet bij het huis gestald worden. Zo hadden de eigenaren telkens dichtbij in de stad een eigen stukje grond met koetshuis en paarden. Wanneer meneer of mevrouw dan om de koets vroeg, kon deze snel worden voorgereden.

Niet per koets, helaas, maar met de trein keerden Mr. W. weer huiswaarts. We hebben erg genoten van ons bezoek aan het museum.

Het Dordts Patriciërshuis is geopend van woensdag tot en met zondag tussen 13.00 en 17.00 uur. De museumkaart is geldig.


Met hartelijk dank aan Laurens Gooshouwer voor zijn toestemming om foto’s te maken in het Patriciërshuis voor dit blog.

Voor het schrijven van dit blog heb ik de volgende bronnen gebruikt:
De website van het Dordts Patriciërshuis.
De beeldbank van het Regionaal Archief Dordrecht.
Cornelis Kuipers bij RKD.nl.
Angenetha Balm-Kok: Het Patriciërshuis, Wolwevershaven 9, Dordrecht. Via de website van het museum.
Hans Wetemans, Henk van de Graaf, Dirk Roukema: Een Dordts Patriciërshuis. Bouwhistorisch onderzoek, Wolwevershaven 9, Dordrecht (2015). Via de website van het museum.

2 gedachten over “Zien: Het Dordts Patriciërshuis

    • Fijn dat dat is overgekomen. 🙂 Het is altijd een uitdaging om een mooie plek ook haast net zo mooi voor de lens te krijgen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.