De uitzonderlijke nalatenschap van William Morris

Afgelopen oktober was het precies 125 jaar geleden dat de grote kunstenaar en visionair William Morris overleed. In Nederland kennen we hem vooral vanwege zijn behang en textielpatronen, maar hij draaide zijn hand ook niet om voor vele andere kunst- en ambachtsvormen. Daarnaast had hij een uitgesproken visie op hoe de ideale maatschappij eruit zou moeten zien. Een omvangrijke nalatenschap, dus. Maar wat zijn nu zijn belangrijkste wapenfeiten?

William Morris werd geboren op 24 maart 1834 in Walthamstow, dat toen een dorpje bij Londen was, en nu praktisch een buitenwijk van de grote metropool. Zijn ouders waren welgesteld, zodat William zou opgroeien zonder geldzorgen.

Hij kreeg een gedegen opleiding en ging op zijn 18e in Oxford studeren. Zijn familie hoopte dat hij een carrière in de kerk of het zakenleven tegemoet zou gaan. Maar William was meer geïnteresseerd in middeleeuwse geschiedenis, de klassieken en de kunsten. Samen met zijn studievriend Edward Burne-Jones besloot William dat hij kunstenaar wilde worden. Maar welke tak van kunst, dat was nog even de vraag.

William Morris photo 1857
Willam Morris in 1857, toen hij 23 jaar oud was [Publiek domein]. Zijn tijdgenoten vonden hem knap. Zo zei Georgiana Burne-Jones in 1855 over Morris: “He was very handsome, of an unusual type – the statues of medieval kings often reminded me of him.”

Verschillende tijdgenoten van Morris vertellen hoe enorm energiek hij was, en hoezeer hij alles op wilde pakken wat hem leuk of interessant leek. Hij ging vaak fanatiek te werk om datgene wat hij wilde leren in de vingers te krijgen. Tegenwoordig zouden we misschien zeggen dat hij hyperactief was, met soms een korte aandachtsspanne. Maar dan werkte hij gewoon aan meerdere projecten tegelijkertijd; talent had hij in overvloed.

“If a chap can’t compose an epic poem while he’s weaving a tapestry, he had better shut up, he’ll never do any good at all.” – William Morris

Na zijn studie ging Morris eerst in de leer bij een architect, Philip Webb, met wie hij later nog veel zou samenwerken. Maar alleen architectuur was blijkbaar niet interessant genoeg, want Morris’ focus dwaalde alweer af naar het volgende om zich in te bekwamen. Onder invloed van een nieuwe radicale kunststroming, de Prerafaëlieten, wilde hij ook naar hun inzichten leren schilderen. Daarnaast schreef Morris ook poëzie, waarvan enkele werken zeer succesvol werden, zoals zijn heldenepos The Earthly Paradise uit 1868-1870.

En alsof dat nog niet genoeg was, probeerde hij verschillende historische kunsttechnieken uit, zoals het verluchtigen van handschriften, borduurwerk voor wandtapijten, en ontwerpen voor textiel en behang. Later in zijn leven kwamen daar nog klassieke vertalingen en traditionele boekdrukkunst bij. Daarnaast vond de veelzijdige kunstenaar vanaf 1883 ook nog de tijd om zich aan te melden bij de socialisten, om zich door middel van lezingen en publicaties in te zetten voor zijn ideale wereld. In al deze zaken was Morris overwegend succesvol: Het lijkt wel alsof hij de carrières van meerdere personen in één leven heeft weten te proppen.

William Morris op 53-jarige leeftijd, vastgelegd in 1887 door Frederick Hollyer (1838-1933). Ingekleurde versie © My inner Victorian.

Maar welke van Morris’ prestaties heeft nu, achteraf gezien, de diepste sporen nagelaten? Op welke tak van sport had Morris uiteindelijk de meeste invloed? En welke prestatie zou hij zelf het belangrijkst hebben gevonden?

Op die laatste vraag is misschien vrij gemakkelijk een antwoord te geven. Hij schreef er namelijk zelf over in 1892:

“If I were asked to say what is at once the most important production of Art and the thing most to be longed for, I should answer, A beautiful House; and if I were further asked to name the production next in importance and the thing next to be longed for, I should answer, A beautiful Book.”

Binnen de kunsten zijn een mooi huis en een mooi boek dus het belangrijkst, en datgene waar een mens – of in ieder geval Morris zelf – het meeste naar verlangde. Dat is een mooi startpunt voor de zes belangrijkste erfstukken van William Morris, die ik hieronder zal bespreken.

Red House in Bexleyheath

In 1859 kocht Morris een stuk land aan de rand van Londen, en gaf zijn vriend Philip Webb de opdracht om een mooi huis te ontwerpen. Het werd Red House, een uniek vormgegeven woning in neogotische stijl, opgetrokken uit karakteristiek rood baksteen. Ook de binnenkant heeft een middeleeuwse uitstraling, door de keuze voor een grote hal met imposante trap met houtsnijwerk en een gewelfd plafond.

Hoewel het huis vaak aan Morris wordt toegeschreven, was hij waarschijnlijk vooral het brein achter de verfraaiing van het interieur – en ook hierin werkte hij, zoals zijn gewoonte was, niet alleen. Een groot deel van de nog altijd bewaard gebleven kunstwerken in Red House zijn (deels) van de hand van medekunstenaars als Dante Gabriel Rossetti, Edward Burne-Jones en wederom Philip Webb. Denk bijvoorbeeld aan muurschilderingen, of grote middeleeuws aandoende meubelstukken met minutieus geschilderde decoraties. Ook zijn er prachtige gebrandschilderde ramen.

Red House in Bexleyheath, gefotografeerd op een mooie zomerdag in 2019. Foto: © My inner Victorian.

Red House is een belangrijke stapsteen in Morris’ oeuvre: Hoewel hij niet de architect was, kwamen in dit huis al zijn ideeën over handwerk, kunst, natuur en geschiedenis samen. Het is een unieke representant van de tot bloei komende Arts & Crafts-beweging, die een grote invloed zou hebben op uiteenlopende kunstuitingen in de tweede helft van de 19e eeuw, en zelfs de latere Art Nouveau-stijl.

Helaas zou William Morris door omstandigheden maar zo’n vijf jaar in het huis wonen. Het was niet altijd even praktisch voor het jonge gezin en alle vaak logerende kunstenaars. Mr. W. en ik bezochten Red House in de zomer van 2019, dus jullie houden nog een langer verslag van dit mooie Victoriaanse huis tegoed.

Kelmscott Press

Een mooi boek: Als William Morris daarover sprak, bedoelde hij niet alleen de inhoud, maar zeker ook de vormgeving. Al vroeg in zijn carrière was Morris in de ban geraakt van oude handschriften en boekdrukken, maar pas in de jaren 1890 begon hij zelf met het maken van zeer rijk geïllustreerde, handgedrukte boeken. Hiermee pakte Morris een middeleeuws ambacht op dat vrijwel volledig in de vertegelijkheid was geraakt.

Twee door William Morris verluchte pagina’s voor zijn fantasy-roman The Well At The World’s End (Kelmscott Press, 1896). De gravure voor het titelblad werd geleverd door vriend en collega Edward Burne-Jones.

De beroemdste uitgave van Kelmscott Press was een druk met het complete werk van Geoffrey Chaucer, de vermaarde Engelse dichter uit de 14e eeuw. In de Kelmscott Chaucher staan 87 gravures van de hand van Edward Burne-Jones. William Morris ontwierp het lettertype en de vele prachtige initialen en verluchtingen. Hoewel niet alle uitgaven van Kelmscott Press zo uitbundig mooi waren, en de uitgeverij ophield te bestaan na Morris’ dood, heeft dit initiatief van Morris een blijvende invloed gehad op wat men de fine press movement noemt, en op de boekenwereld in het algemeen.

“I love art, and I love history, but it is living art and living history that I love.” – William Morris, 1879

De Arts & Crafts-beweging

Een derde belangrijke erfenis van William Morris was de Arts & Crafts-beweging, die zich uitsluitend richtte op de decoratieve kunsten: Het vormgeven van alledaagse gebruiksvoorwerpen, dus. Hoewel een heleboel kunstenaars zich aan deze stroming verbonden, was William Morris het startpunt en tevens boegbeeld van de beweging. De nadruk lag voor hen op authentiek vakmanschap, waarbij zo min mogelijk met behulp van mechanische middelen moest worden gewerkt. Geen massaproductie, zoals die was ontstaan in de Industriële Revolutie, maar kwalitatief hoogstaand handwerk, dat een leven lang meeging.

Het idee voor deze sobere en tijdrovende instelling haalde men uit een romantisch ideaalbeeld van de middeleeuwse handwerksman, die respect genoot om zijn vaardigheden, en die plezier beleefde aan het werken. Daarbij stond individuele creatieve vrijheid hoog in het vaandel.

Een sideboard voor in de eetkamer, ontworpen door Philip Webb rond 1862. Uit een catalogus van Morris & Co uit 1912 [Publiek domein].

Daarbij doet ook de stijl van veel Arts & Crafts-werken middeleeuws aan. Denk aan meubels in neogotische stijl, borduurwerk, geweven wandtapijten, glas-in-loodramen, en rijk versierde boekuitgaven (zoals die van Walter Crane). Hierin liepen de uitgangspunten van de Arts & Crafts-beweging deels parallel aan de idealen van de Prerafaelieten, die hun inspiratie eveneens uit de Middeleeuwen putten, en daarbij een haast obsessief oog voor detail hadden.

De invloeden van de Arts & Crafts lieten zich gelden op alle vlakken van de toegepaste kunsten, en werden nog tot in het eerste kwartaal van de 20e eeuw gevoeld. Zo borduren de Art Nouveau en Jugendstil voort op deze stijl.

Designs voor behang en interieurstoffen

Binnen het genre van de Arts & Crafts vallen ook de kunstwerken waar William Morris nu nog het meest bekend om is: Zijn designs voor behang en meubelstoffen. In totaal ontwierp hij 46 behangontwerpen. Kenmerkend voor zijn kijk op schoonheid, haalde Morris de inspiratie voor zijn ingewikkelde symmetrische designs uit de natuur. Zo ontwierp hij zijn eerste drie patronen, Trellis (Latwerk, 1862/1864), Daisy (Madelief, 1864) en Fruit (1866) in zijn studio op de zolder van Red House, en komt de inspiratie voor deze ontwerpen rechtstreeks uit de omliggende tuin met boomgaard. Daarbij is Trellis wederom een samenwerking met Philip Webb, die verantwoordelijk is voor het vogeltje in het design.

Drie van William Morris’ ontwerpen voor behang. Van links naar rechts: Daisy (1864), Trellis (1862/1864) en Fruit (1866). Afbeelingen uit de collectie van het Victoria & Albert Museum, Londen (zie bronnenlijst).

Het bijzondere aan Morris’ ontwerpen was niet alleen de perfecte symmetrie en de hoeveelheid detail, maar ook de manier van produceren. De rollen behang werden bijvoorbeeld niet met een mechanische drukpers vervaardigd, maar met behulp van houten blokken, die per kleurlaag over elkaar heen op het papier werden gestempeld. Dat resulteerde uiteindelijk in een kleurrijk patroon: Voor de meest ingewikkelde designs waren tientallen blokken nodig. Allemaal handwerk, dat enorm veel tijd en mankracht kostte. Morris’ behang was dan ook niet goedkoop, en was alleen beschikbaar voor de elite en upper-middle classes.

“Whatever you have in your rooms, think first of the walls; for they are that which makes your house and home.” – William Morris, 1882

Hoewel Morris echt een creatieve alleskunner was, zijn juist diens symmetrische designs zijn allersterkste punt. In deze kunstvorm was hij ongeëvenaard. Dat blijkt mede uit het feit dat zijn behangpatronen nog altijd er geliefd zijn. Zijn firma Morris & Co, die hij oorspronkelijk in 1861 met mede-kunstenaars had opgericht, bestaat nog steeds. Hoewel de ontwerpen en de merknaam in de afgelopen 160 jaar meerdere malen van eigenaar gewisseld zijn, blijft het bijzonder dat zulke oude behangontwerpen nog steeds geproduceerd worden. Overigens nu niet meer door middel van houten stempelblokken, maar met behulp van moderne druktechnieken.

Poëzie en romans

In zijn eigen tijd was William Morris overigens het meest bekend als dichter en schrijver, en niet als ontwerper. Hoewel zijn eerste werken niet succesvol waren, had hij met zijn epos The Earthly Paradise (1868-1870) een ware hit te pakken. In dit lyrische werk van duizenden versregels leunt Morris op zowel Noorse als Griekse mythen en sagen. Binnen een kunstige raamvertelling laat de dichter oude Noormannen en Grieken hun beste verhalen aan elkaar vertellen.

The Gentle Music of a Bygone Day door J.R.S. Stanhope (1873) geïnspireerd door William Morris’ The Earthly Paradise [Publiek domein].

Andere werken van Morris’ hand die onder eigentijds publiek populair bleken, zijn The Well at the World’s End (1896) en News From Nowhere (1890). Laatstgenoemde is ook nu nog een van zijn meestgelezen romans. Daarnaast zijn alle drie de bovengenoemde werken toonaangevende voorlopers in het fantasy-genre, en latere auteurs als J.R.R. Tolkien hebben zich door Morris’ verhalen laten inspireren. Zo komt in The Well at the World’s End de naam Gandolf voor.

Op dit moment ben ik zelf bezig in News From Nowhere. Het is een utopische roman, waarin Morris binnen een eenvoudige verhaalstructuur fantaseert over de perfecte toekomstige samenleving in de 21e eeuw. Interessant om te lezen, anno 2021.

Het hoofdpersonage William Guest – duidelijke Morris zelf – komt terecht in een wereld waarin de schadelijke gevolgen van de Industriële Revolutie volledig zijn uitgewist. De mensen leven eenvoudig maar gelukkig, en zijn bevrijd van moderne techniek. De lucht is schoon, en bossen en andere natuur zijn in ere hersteld. Daarnaast zijn alle ‘neighbours’ gelijk en bestaat er geen monetair systeem. Iedereen krijgt en neemt gewoon precies wat hij nodig heeft. In deze wereld staan creatief vakmanschap en hard werken hoog in het vaandel.

News From Nowhere is overduidelijk vooral een politiek vehikel voor Morris’ eigen politieke denkbeelden, en laat weinig ruimte voor het feit dat niet iedereen zo in elkaar zit als hijzelf. Toch is het een mooie denkoefening voor een betere wereld, en met vlagen een prettig leesverhaal over een ‘kalme wereld’, zoals Morris’ het zelf verwoordde. Al kreeg ik eerlijk gezegd de kriebels van al die perfect gelukkige mensen. Ik heb vast te veel Star Trek gekeken…

Politieke en maatschappelijke ideeën

Het is wel duidelijk dat William Morris zeer politiek geëngageerd was. Vanaf de jaren 1870 werd hij actief binnen socialistische groeperingen. Zoals dat gaat binnen nieuwe politieke stromingen was het voor Morris eerst even zoeken naar waar hij zich thuis zou voelen, want een anarchist was Morris niet, en ook niet iemand voor een vorm van staatscommunisme. Een eigen afdeling paste Morris het beste, en zo ontstond uiteindelijk een aparte groep van socialisten binnen de Londense wijk Hammersmith. De leden van de Hammersmith Socialist Society kwamen samen in het koetshuis van Morris’ Londense woning, Kelmscott House.

Ter promotie van de socialistische zaak schreef Morris een heel aantal politieke pamfletten en liedjes, en gaf hij vele lezingen door het hele land. Daarnaast was hij van 1885 tot 1890 financier en hoofdredacteur van Commonweal, een socialistische krant. Hierin verscheen onder andere News From Nowhere als vervolgverhaal.

William Morris (middelste rij, vijfde van rechts) bij een bijeenkomst van de Hammersmith Branch of the Socialist League [Publiek domein]. Bron: Marxists Internet Archive.

Morris’ eigen welgestelde achtergrond en werkzaamheden binnen de luxe-industrie stonden regelmatig op gespannen voet met zijn ideeën over gelijkheid voor iedereen. Hiervan was hij zich terdege bewust, en soms schaamde hij zich ervoor. Zo deed hij in de late jaren 1870 zijn belangen in de kopermijnbouw van de hand. Daarnaast leefde hij in zijn privévertrekken sober, en betaalde zijn eigen werknemers een bovengemiddeld loon. Desalniettemin had hij natuurlijk twee huizen in zijn bezit, en ging hij door met het maken van peperdure artikelen, zoals handgemaakt behang en de handgedrukte boeken van Kelmscott Press.

“How can I ask working-men passing up and down these hideous streets day to day to care about beauty?” – William Morris, 1877

Het ogenschijnlijke contrast tussen mooie handgemaakte – en dus dure – producten aan de ene kant, en een warm hart voor de laagbetaalde arbeider aan de andere kant, kwam uiteindelijk wel degelijk samen in Morris’ ideeën over de ideale wereld. Hij wilde dat werken beter beloond zou worden, en dat er meer waardering zou komen voor vakwerk. Bovendien was hij fel gekant tegen fabrieken waar mensen voor een schamel loon twaalf uur per dag een monotoon proces uitvoerden met behulp van machines, zonder enige eigen inbreng of creatieve gedachte.

Hij zag liever een goed handgemaakt product dat generaties lang meegaat, boven goedkope fabrieksmatige massaproductie. Uiteindelijk zou dat beter zijn voor de maker (die plezier heeft in zijn werk én naar behoren betaald krijgt), voor de koper (die langer van zijn mooie product kan genieten) en voor de natuur (waar de grondstoffen aan onttrokken worden). Of zijn ideeën haalbaar waren valt te bediscussiëren, maar de vraagstukken klinken akelig actueel, nietwaar?

“[The ideal society] is a society conscious of a wish to keep life simple, to forego some of the power over nature won by past ages in order to be more human and less mechanical and willing to sacrifice something to this end.” – William Morris, 1887

A love of life and the beauty of the earth

En zo komen we bij de woorden van Morris’ dochter May uit 1934, die terugblikt op het leven van haar vader. Daarbij mijmert zij hardop over de vraag, waar haar vader het meest om herinnerd zou worden. Ze somt een heleboel mooie prestaties en kunstwerken op, maar uiteindelijk besluit ze:

“In considering the life of William Morris we may ask what is the work by which he will be best known in days to come?” […] In my mind there is little doubt: What will be longest remembered is the direct simplicity of those preachings with which he tried to reach the souls of his fellows in giving voice to his own grave love of life and of the beauty of the earth.”

Kortom, zijn ideeën voor de aarde en de mensheid waren volgens May Morris het belangrijkste wat haar vader aan deze wereld heeft nagelaten. Ik denk dat hij zou schrikken van het idee dat zijn denkbeelden over arbeidsomstandigheden, consumentisme en milieubelasting niet bepaald minder actueel geworden zijn. Het is maar goed dat hij zelf geen echte tijdreis naar 2021 heeft kunnen maken.

Morris heeft zelf in ieder geval uitzonderlijk zijn best gedaan om de wereld om hem heen te verfraaien. Helaas ging zijn gezondheid in de jaren 1890 achteruit. Toen hij na enkele jaren kwakkelen in 1896 overleed, zei zijn dokter dat hij “died of being William Morris – of doing the work of ten men.” De werkelijke doodsoorzaak was tuberculose, maar toch zegt deze meewarige opmerking van zijn arts genoeg over het schier onvermoeibare kaliber van de grootste creatieve alleskunner van de Victoriaanse tijd.

“Love and work – these two things only.” – William Morris, 1856

Ik schenk nog even een kopje thee in, en wel in mijn Morris-kopjes met Strawberry Thief-ontwerp.


Voor het schrijven van dit blog heb ik de volgende bronnen gebruikt:
Michael Parry: Morris & Co. A Revolution in Decoration (2011).
National Portrait Gallery London: Willam Morris – Words & Wisdom (2014).
Victoria & Albert Museum London: V&A Pattern William Morris CD-ROM (2009).
Charlotte Gere: Morris and Company, 1861-1939. Op: Victorianweb.org.
Exploring William Morris. Op WMGallery.org.uk.
William Morris op Wikipedia.org.
Arts and Crafts movement op Wikipedia.org.
Kelmscott Press op Wikipedia.org.
The Earthly Paradise op Wikipedia.org.

4 gedachten over “De uitzonderlijke nalatenschap van William Morris

  1. I love Morris! ♥ Die patronen en ontwerpen van hem zijn echt verrukkelijk. In Nancy, wat ook wel een art nouveau stad is, viel ik achterover in het museum van Emile Gallé. Ik denk dat hij veel overeenkomsten had met Morris qua gedachtengoed en de toepassing daarvan. En waar Morris patronen ontwierp, produceerde Gallé glaskunst. Maar ook zijn meubelen zijn fabelachtig mooi door het inlegwerk van parelmoer. Met vaak symbolische ontwerpen. Onlangs bezocht ik de tentoonstelling in het Steendrukmuseum in Valkenswaard, die regelmatig aandacht schenkt aan Jugendstil kunstenaars. Nu is er nog een tentoonstelling van NL affichekunstenaars en daarvoor was Mucha er! Ook zo’n begaafde kunstenaar. Strict gezien geen Victoriaans onderwerp☺ Maar wel mooi.

    • Emile Gallé kende ik dan weer niet, ik heb hem even opgezocht. Wat heeft hij inderdaad mooie kunstvoorwerpen gemaakt! Vooral zijn meubelstukken spreken me erg aan. Dank je wel voor de tip!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.