Even een stukje terug in de tijd; Toen ik alweer bijna zes jaar geleden het idee opvatte om te gaan bloggen, moest er natuurlijk naast lezenswaardige inhoud ook aan de vormgeving worden gedacht. Wat betreft mijn bloglogo had ik al snel een idee: Eén van de antieke prenten in mijn collectie zou daar uitermate voor geschikt zijn. Maar wie is nu eigenlijk die dame in mijn bloglogo? Ik ging op onderzoek uit.
Nee, ik ben het niet zelf, de dame in de cirkel van mijn bloglogo. Het is een grappige vraag die ik al vaker te horen heb gekregen. Het is ook niet Koningin Victoria, Keizerin Eugénie van Frankrijk, of Charlotte Brontë – zij werden in de loop der tijd allen geopperd door enthousiaste lezers. Helaas is waarschijnlijk niet te achterhalen wie het model voor dit ‘portret’ is geweest. Maar over de oorspronkelijke schilder kan ik wel iets vertellen – en dat was niet de minste. Daarnaast weet ik nu welke scène hier wordt afgebeeld, én welke plaats een dergelijk tafereel binnen de Victoriaanse kunsten had. En zo werd het toch een mooie speurtocht.
Een mysterieuze prent
De prent zelf heb ik rond 2016 gekocht in een klein antiekwinkeltje in Leiden. De eigenaar aldaar was eigenlijk meer geïnteresseerd in meubels, huishoudelijke attributen en beelden, zodat ik een stapel oude prenten en kranten uit de 19e eeuw voor een habbekrats mocht meenemen. Wat een mazzel!
Tussen de stapel zat een afbeelding van een elegante jonge vrouw, die leunt op een schenkkan. Ze heeft een prachtig gelijkmatig gezicht en een kapsel dat modieus is voor de jaren 1840. Haar kleding en accessoires geven een merkwaardig gemengd beeld: De precieze coiffure en sieraden duiden op een dame van stand, terwijl de ontblote schouder en afgezakte schouderbandjes een indruk geven van een heel andere sociale klasse… Blote schouders waren misschien toegestaan bij een avondjapon, maar op geen enkel ander moment fatsoenlijk te noemen.
Wat kan de prent ons nog meer vertellen? Allereerst betreft het een steendruk van een potloodtekening: een kopie, dus. Steendrukken werd vaak vervaardigd van geliefde schilderijen, en werden voor een klein prijsje aan het grote publiek verkocht. Op deze manier ontstond in de 19e eeuw voor het eerst een echte beeldcultuur, waarin mooie afbeeldingen voor veel mensen in de middenklasse beschikbaar kwamen.
Drie namen op de prent verschaffen ons meer informatie. Twee gedrukte namen zijn de vervaardigers van de steendruk, namelijk lithograaf F.H. Weissenburch (1828-1887) en drukker J.D. Steuerwald (1805-1869). Eerstgenoemde was werkzaam in Den Haag van 1843 tot aan het jaar van zijn overlijden. Ook Steuerwald werkte van 1833 tot 1869 in Den Haag, dus we kunnen vaststellen dat de steendruk in Den Haag is vervaardigd, en vóór 1869. (Overigens is mijn prent van ‘een onbekende man’ afkomstig van dezelfde makers).
Bovendien is het signatuur van de originele potloodtekening is van niemand minder dan Nicaise de Keyser (1813-1887). De Belgische schilder signeerde dit werk in 1847. Hij was op dit moment reeds een geliefd portretschilder aan de Europese hoven, en eveneens bekend bij het Nederlandse en Belgische kunstminnende publiek. Zo exposeerde hij regelmatig in beide landen, en prenten van zijn werk vonden gretig aftrek bij de middenklasse.
De Keyser maakte onder andere historische genretaferelen – scènes van historische, klassieke of Bijbelse gebeurtenissen – en portretten. In België is zijn bekendste werk De Slag der Gulden Sporen (1836), in Nederland ongetwijfeld zijn portret van Koning Willem II, toen nog Prins van Oranje, bij de slag bij Waterloo (1846). Verder portretteerde De Keyser onder andere Leopold I, Koning der Belgen, en de Nederlandse en Belgische koninginnen Anna Paulowna en Louise-Marie. Nicaise de Keyser stond in zijn eigen tijd dus hoog aangeschreven.
Tijdens mijn eerste zoektocht naar meer informatie over de prent in juni 2016 ging ik als eerste te raden bij onze zuiderburen. Ik vroeg aan een conservator van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen of zij misschien het origineel van mijn steendruk kende. Dit bleek niet het geval: Waarschijnlijk is het werk geen echt portret van een individu, maar eerder een studie of type. Hiervan had Nicaise de Keyser er vele gemaakt. De vrouw op mijn prent voldoet aan de schoonheidsidealen van de jaren 1840. Ze lijkt op de Belgische koningin Louise-Marie, maar ook op de jonge Koningin Victoria. Of beter gezegd: De portretten van de vorstinnen zijn mogelijk allemaal ietwat verfraaid om aan het toenmalige schoonheidsideaal te voldoen. Van Koningin Victoria weten we tenslotte, dat zijn eigenlijk een beetje ‘gewoontjes’ was, om het in Victoriaanse termen uit te drukken.
In de grote kunstdatabase BALAT bevinden zich vele schetsen van Nicaise de Keyser, waaronder ook enkele voorbeelden van een vrouw met een kan, of zittend in een vergelijkbare pose. Maar ‘mijn’ prent zat er niet bij.
En daar stokte mijn onderzoekje van nu zo’n zes jaar geleden. Als zelfs de medewerkers van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen de prent niet terug konden vinden in hun uitgebreide database, dan zou ik vast niet veel verder komen, dacht ik. Ik besloot dat ik de prent gewoon mooi vond, en heb hem sindsdien met veel plezier als mijn bloglogo gevoerd.
Dan toch een naam?
Recentelijk leek het me wel een leuk idee om de volledige prent eens op mijn blog onder de aandacht te brengen. En zo begon ik in januari 2022 aan deel twee van mijn onderzoek. Ik begon weer bij kunstdatabase BALAT, maar kwam daar wederom niet verder, hoewel Studie voor ‘Rebecca bij de fontein wel mijn aandacht trok.
Verder zocht ik elders naar een portret van Nicaise de Keyser zelf, omdat het altijd leuk is om een beeld bij de kunstenaar zelf te hebben. Ik vond zowaar een foto, gemaakt in 1867. Deze foto bevindt zich in de collectie van het Rijksmuseum. Waarom had ik eigenlijk niet eerder in de database van het Amsterdamse museum gezocht?
In Rijks Studio van het Rijksmuseum in Amsterdam staan enorm veel afbeeldingen uit de collecties van het museum. Al bladerend door de platen vond ik meerdere aanwijzingen voor de oorsprong van mijn prent. Tot mijn blijdschap bleek het Rijksmuseum ‘mijn’ steendruk ook in zijn collectie te hebben, waardoor ik nog iets meer over het object te weten kwam, zoals de printtechniek. En daarnaast bleken er nog drie prenten naar werken van Nicaise de Keyser te bestaan, waarbij waarschijnlijk dezelfde vrouw model heeft gestaan, én waarbij van dezelfde rekwisieten gebruik is gemaakt. Het lijken stuk voor stuk variaties op hetzelfde thema.
De duidelijkste thematiek heeft de staalgravure, die ik voor het gemak even omdoop tot ‘afbeelding 4’. Dit is Vrouw bij een fontein, en daarmee wordt waarschijnlijk Rebecca bij de fontein bedoeld. Nicaise de Keyser heeft immers meer studies rond dit Bijbelse verhaal gemaakt.
Het verhaal van Rebecca komt uit Genesis (24:1-28). Er moet een vrouw voor Isaak, de zoon van Abraham, worden gezocht onder leden van zijn volk. Een bediende gaat op weg om een geschikte maagd te vinden. Aangezien de bediende natuurlijk niemand kent in de steek, vraagt hij aan God om een teken, om te weten welke jongedame een goede echtgenote zal zijn. Het zal een meisje zijn dat, als de bediende om drinken bij de put vraagt, niet alleen hém te drinken geeft, maar ook aanbiedt zijn kamelen van water te voorzien. Wanneer Rebecca bij de bron verschijnt, geeft zij de bediende op zijn verzoek te drinken uit haar kruik, en biedt aan om ál zijn kamelen van water te voorzien, totdat ze genoeg hebben. Voor de moderne lezer vertaald: Dat is heel veel werk, want kamelen drinken behoorlijk wat. Het laat zien dat Rebecca zorgzaam, vrijgevig, gehoorzaam en ijverig is. Precies de goede kwaliteiten voor een echtgenote, dus. En zo wordt zij gekozen voor Isaak.
Bij het Victoriaanse publiek zal het verhaal van Rebecca alom bekend zijn geweest. Of we de dame op de andere prenten (nummers 1, 2 en 3) ook als Rebecca bedoeld is, of slechts een variatie, dat zullen we niet weten. Deze afbeeldingen zijn een stuk gewaagder, en niet bepaald ‘vroom en maagdelijk’ te noemen.
Eén scène, vier prenten?
Laten we de vier prenten eens in detail vergelijken. Het betreft in alle gevallen waarschijnlijk hetzelfde model (deels na te gaan met moderne technieken in Photoshop), en overduidelijk dezelfde rekwisieten en kledingstukken. Zo is Rebecca’s kan te zien op prent 1, 3 en 4. Het kapsel is hetzelfde op 1, 2 en 3, met dezelfde scheiding, vlecht en haarpin. Een zeer gelijkend kapsel en haarpin zijn te zien op nummer 4. De afhangende bandjes van een korset / schort zijn te zien op alle prenten behalve nummer 2, want daar draagt het model helemaal geen korset. Bij nummer 4 lijken de bandjes overigens geen onderdeel van een korset, maar van een schort te zijn. De afhangende schouderbandjes blijven wel een thema.
Het schort met mooi streeppatroon zien we terug nummers op 3 en 4. De sieraden komen ook meermaals terug: de oorbellen op nummers 1, 2 en 3, en de ketting op 1 en 2. Met een beetje fantasie zou je de uitgebreide ketting op nummer 4 ook hiertoe kunnen tellen. Er zijn extra rijen kralen toegevoegd, en een vroom kruis. Het christelijke symbool is niet echt logisch voor een Oudtestamentisch figuur, maar zulke anachronismen zijn niet uniek. Tot slot de ontblote schouder: Deze zien we op alle prenten terug, in verschillende stadia van naaktheid.
Bij het bekijken van de vier afbeeldingen rezen er twee vragen bij mij op: Wanneer zijn deze afbeeldingen vervaardigd? En kunnen we achterhalen met welke bedoeling deze scènes zijn uitgewerkt tot schilderij, potloodtekening, en later tot druk?
Allereerst de datering: De staalgravure van Rebecca bij de fontein (nummer 4) verscheen al in 1845, terwijl mijn prent een signatuur uit 1847 heeft. Dit duidt erop dat de schilder meerdere malen met hetzelfde model in dezelfde setting heeft gewerkt, en dat hij niet alle scènes tegelijkertijd vervaardigd heeft. Helaas weet ik te weinig van de 19e-eeuwse schilderspraktijk om te kunnen beoordelen of dit logisch is. Het zou kunnen dat De Keyser zichzelf gekopieerd heeft, zonder live model. Ik dacht echter juist te weten dat er eigenlijk niet zonder modellen getekend werd. Bovendien is de datering van de beide andere prenten door het Rijksmuseum zo ruim, dat zij geen extra duidelijkheid kunnen verschaffen. Misschien weet een lezer meer?
Tot slot de aard en het doel van de prenten. Alle vier zijn uitgewerkt tot een detail om gepubliceerd en op de vrije markt verkocht te worden, in welke vorm dan ook. Rebecca bij de fontein (nummer 4) werd gepubliceerd in een almanak met leerrijke teksten. De prent heeft op het oog een religieus karakter, maar tegelijkertijd een gewaagde twist door de ontblote schouder. Ook op de andere drie prenten is de figuur in verschillende stadia van naaktheid te zien. In een poging een Victoriaanse bril op te zetten, zou ik zeggen dat ‘mijn’ prent wellicht nog net door de beugel kon in een publieke setting, maar dat prent 2 en 3 niet bedoeld waren voor een plekje aan de muur in de salon. Op nummer 2 zien we namelijk bijna een halve naakte rug met afgezakte korsetbandjes, en op nummer 3 zien we géén korset meer, en zelfs een tepel! Dit soort prenten hingen waarschijnlijk verdekt opgesteld in een privévertrek, of werden in een map bewaard.
Geschikt voor een respectabel blog?
De Victorianen staan als preuts bekend, en in grote lijnen klopt dat beeld ook; zeker met het oog op het openbare leven. Maar dat wil niet zeggen dat er in de persoonlijke sfeer geen behoefte was aan zinnenprikkelend materiaal. Zelfs Koningin Victoria en Prins Albert hadden in hun privévertrekken schilderijen die, nou ja, ook echt alleen voor hen bedoeld waren. Zo geldt Victoria’s privéportret voor Albert uit 1843 als zeer sensueel, en ook Omphale and Hercules (1830) door J. A. von Gegenbaur hing niet voor niets in Alberts badkamer.
Nicaise de Keyser maakte in zijn carrière dan ook vaker stukken met een bewust erotisch tintje. Zo koos hij net als bij de prenten van vandaag in zijn The Orient and the Occident (1854) voor het populaire thema van twee naakte oosterse vrouwen. Zij slaan zedig hun ogen neer, maar zijn ondertussen in vol ornaat te zien. Het was de smaak van het (mannelijk) Victoriaanse publiek. Dergelijke prenten konden goed verkocht worden.
Afijn, de dame op mijn bloglogo is dus de Bijbelse Rebecca, of op zijn minst ‘aan haar verwant’. Het genre waarbinnen de prent valt is wellicht niet helemaal geschikt voor een respectabel blog over de 19e eeuw… Maar ach, gelukkig zijn we inmiddels in de 21e eeuw beland, waarin de gemiddelde tandpasta-reclame meer bloot bevat.
Ik ga er dus vanuit dat mijn lezers niet al te zeer geschokt zullen zijn, maar vooral hebben genoten van weer een boeiende speurtocht!
Het is weer tijd voor thee. Chai latte, vandaag.
Voor het schrijven van dit blog heb ik de volgende bronnen gebruikt:
Rijksstudio van het Rijkmuseum (specifieke links staan bij de betreffende afbeelding).
Nicaise de Keyser op RKD.nl
Nicaise de Keyser op Wikipedia.org (NL, EN).
FH Weissenbruch op RKD.nl
Jan Dam Steuerwald op RKD.nl
Belgian Art Links and Tools (BALAT)
DeBijbel.nl, Genesis 24:1-28.
Niet geschokt, maar het was me nooit opgevallen dat de dame op het logo blote schouders had. Dat zal in de ietwat preutse Victoriaanse tijd wel bijzonder zijn geweest.
Nou ja, misschien niet heel bijzonder, maar wel ongepast. Of alleen voor een select publiek. Niet voor dames, natuurlijk. 😉