Toen ik voor mijn 35e verjaardag naar Londen mocht met mijn zus, bleef Mr. W. thuis achter. Niet alleen, want samen met onze zwager maakte hij er ook een minivakantie in eigen land van. Dat de heren videogames hebben gespeeld is wellicht geen blogpost waard, maar gelukkig zijn zij ook cultureel gaan uitwaaien met een bezoek aan het Panorama Mesdag en Scheveningen. Valt er tegenwoordig nog iets van de glorie van de belle époque te ontdekken? Vandaag een gastblog van Mr. W.!
Een uurtje uitwaaien aan het strand; heerlijk, natuurlijk. Het is een goede manier om echt even de tijd te nemen om rustig om je heen te kijken, het landschap in je op te nemen, en stil te staan bij de tijd. Dat moet kunstenaar Hendrik Willem Mesdag (1831-1915) ook gedacht hebben, toen hij in mei 1880 zijn uitzicht op het strand van Scheveningen vastlegde in voorbereiding op zijn beroemdste schilderij. Het bijzondere is dat zijn uitzicht van toen voor ons nog steeds te zien is. We gingen op bezoek bij het Panorama Mesdag, voor het ultieme victoriaanse dagje strand, om daarna zelf op pad te gaan naar Scheveningen anno nu, op zoek naar het uitzicht van Mesdag.
Tijdens mijn schooltijd had ik het Panorama Mesdag al eens met mijn klas bezocht. Ik herinnerde me natuurlijk nog dat het een erg mooi en knap kunstwerk was. Maar dit keer zag ik het doek echt met nieuwe ogen. Doordat ik inmiddels zoveel meer weet van de 19e-eeuwse wereld, vermoedde ik dat het wel nu een hele nieuwe ervaring zou zijn. Toch was ik – net als de victoriaanse bezoekers van deze attractie – niet bepaald voorbereid op het overweldigende effect van Mesdag’s kunstwerk.
Een kunstige onderneming
Toen het Panorama Mesdag in het najaar van 1881 zijn deuren voor de eerste keer opende, was het hele fenomeen bepaald niet nieuw. Al in 1792 vervaardigde de Ierse schilder Robert Barker een enorm schilderij in Londen, waarop het nieuwsgierige publiek zich kon vergapen aan een imposant uitzicht over de stad Edinburgh. Het commerciële succes werd door vele ondernemers in binnen- en buitenland herhaald, zodat er rond 1875 honderden verschillende panorama’s in Europa te zien waren.
En zo sloeg deze panoramanie ook in alle hevigheid over naar België. Daar bedacht een groepje zakenmannen een slim plan om wat geld te verdienen aan de rage. De heren waren via een Brusselse kunsthandelaar in contact gekomen met de Nederlander Hendrik Willem Mesdag, die toen al beroemd was om zijn schilderijen van Hollandse zeegezichten. Via een contactpersoon in Scheveningen kochten ze de grond van het huidige pand aan de Zeestraat, en lieten er met de modernste technieken een 16-hoekig torentje bouwen waar hun panorama in moest komen te hangen. De Belgen leverden de kunstenaar een kolosaal doek van 14,5 meter hoog en een totale lengte van 114,5 meter. Zo ging Mesdag voor hen aan de slag met wat zijn indrukwekkendste werk ooit moest worden.
Als uitgangspunt voor zijn panorama koos Mesdag zelf het schitterende uitzicht vanaf het Seinpostduin; op dat moment het hoogste uitkijkpunt van Scheveningen. In mei en juni van 1880 maakte de schilder vanaf de top van het duin een flink aantal studies en schetsen. Daarnaast noteerde hij allerlei handige waarnemingen, zoals de mooiste weersomstandigheden, hoe de lichtinval was, en de hoogte van het duin ten opzichte van het strand.
Een panorama in de maak
Het uitzicht wat wij nu van Mesdag’s Scheveningen kennen, is dus eigenlijk een geidealiseerd uitzicht; een verzameling schetsen van tafereeltjes, de mooiste luchten en zonnestralen. Maar hoe breng je zo’n idee nu over op zo’n gigantisch doek? Daarvoor bestond een heel ingenieus systeem.
Mesdag bracht zijn ontwerp aan de binnenkant van een glazen cilinder aan, waarbinnen een sterke lichtbron werd geplaatst. Wanneer deze verlichte cilinder midden in het paviljoen met het ronde schildersdoek stond, werden zijn penseelstreken op het gigantische lege doek geprojecteerd. Eigenlijk als een soort victoriaanse beamer in 360 graden. Daarna begon de reusachtige taak om dit schaduwspel van lijnen om te toveren tot één groot schilderij.
Gelukkig stond Mesdag er niet alleen voor. Zijn vrouw Sientje was behalve een toegewijde echtgenote zelf ook een getalenteerde kunstenares. Daarnaast kon Mesdag rekenen op de inzet van een paar van zijn beste studenten, die later overigens zelf zouden uitgroeien tot bekende Nederlandse schilders. Théophile de Bock, George Hendrik Breitner en Bernard Blommers staan ook nu nog bekend als toonaangevende leden van de Haagse School.
Onder leiding van Mesdag verdeelden ze de klus, waarbij eenieder zich richtte op datgene waar ze het beste in waren: Sientje en Breitner focuste zich op het dorp, De Bock mocht de duinen en de lucht doen, terwijl Mesdag zelf aan de slag ging met de boten en de zee – toch al zijn lievelingsonderwerp. Het is onvoorstelbaar dat ze met zijn allen het schilderij in maar vier maanden tijd hebben voltooid.
Een overweldigend schilderij
Na de opening van het panorama zei Vincent van Gogh over het schilderij:
“Het enige dat aan dit schilderij mankeert is dat er niets aan mankeert.”
En zo is het ook nu nog steeds. Het gevoel zodra je bovenkomt in de rotonde, en je je omringt ziet door het uitzicht in 1880, is ronduit adembenemend. De manier waarop het grote doek je opslokt en je naar een andere wereld wegvoert is eigenlijk niet op papier te zetten. Wanneer je ogen wennen aan het daglicht, zie je de gestrande schepen, de brekende golven, en de blauw-groen-bruine kleurenpracht van de Noordzee tot zover je kijken kunt. Eigenlijk vraag je je af waarom je niet de wind in je haar voelt. Zo levensecht is het. Wat mij betreft kan de optische illusie die Mesdag in 1880 wist te bewerkstelligen zich met gemak meten met elk voorbeeld van 21ste-eeuwse VR- en 3D-technologie!
Om zijn illusie perfect uit de verf te laten komen, heeft Mesdag expres geen vernis gebruikt. De schittering daarvan zou namelijk het effect bederven. Want hoewel het tableau maar zo’n kleine 15 meter hoog is, had ik het gevoel dat de hemel zich boven mij uitstrekte; en terwijl ik wist dat het doek op minder dan 10 meter afstand van mij hing, werd mijn blik getrokken naar de verre horizon. Het landschap achter de duinen strekt zich mijlenver uit. Ik betrapte me er zelfs op dat ik op een gegeven moment een stapje opzij zette, om langs de zijkant van een gebouw verder naar de kust te kunnen kijken. O ja, wacht: 2D… Dat heeft hopelijk niemand mij zien doen, toch?
Het museum biedt de mogelijkheid tot een audiotour. Maar persoonlijk word ik er het gelukkigst van om rustig rond te lopen, en alle mooie levendige tafereeltjes in me op te nemen. Voor mijn neus staan zo een jong meisje en een oudere vrouw – misschien haar moeder – uit te kijken over het strand; net zoals ik. In het zand liggen tientallen zware, hoekige, houten vissersscheepjes, te wachten om met vloed weer vlot te worden getrokken. De vissers van Scheveningen zijn bezig om hun netten en tuigage te ontwarren voordat ze uitvaren. Aan de waterlijn krioelt het van de mensen. Overal rijden karren, bonte wagens met paarden ervoor, om het zware materiaal over het zand naar de schepen te vervoeren.
Een vorstelijk onthaal
Terwijl we zo de scène van Scheveningen in 1880 in ons opnamen, herinnerde ik me dat dit strand de plek is waar 67 jaar daarvoor – in 1813 – de Prins van Oranje aan land kwam. Niet veel later werd hij Koning Willem I. Dat onthaal moet dus hier gebeurd zijn! Ik kon me zo voorstellen hoe de ontheemde prins op een boerenkar door de branding het strand opgereden werd, om later die dag in Den Haag de voorlopige bewindvoerders te ontmoeten. Spannende tijden, en bijzonder om aan te denken op zo’n doodnormale dag in 1880. Zouden de oudere vissers op het doek er misschien wel als jongens bij zijn geweest?
Op zee glijden een paar houten vissersschepen door het water, zoals ze al eeuwen doen. Maar als je beter kijkt, zie je langs de horizon langgerekte rookpluimen richting de haven van Rotterdam trekken, als teken van de nieuwe tijd.
Wat meteen aan het uitzicht opvalt, is de ruimte en de rust. Het rustige oude dorpje met zijn karren die over de keien ratelen. Geen Scheveningse Pier te bekennen, en zelfs het statige Kurhaus moest nog gebouwd worden. Eigenlijk lijkt de grote wereld op het Panorama van Mesdag nog heel ver weg.
Het dorp, ik weet nog hoe het was…
Maar ondanks het slaperige dorpje op het Panorama zijn ook hier de eerste sporen van de nieuwe tijd te zien. Vrij letterlijk zelfs: Vanaf deze kant van het vissersdorp lopen de rails van de paardentram richting de opkomende badplaats. In de wachthokjes staan reizigers in nette pakken en lange rokken te wachten op de tram. Vlak daarnaast kan men sinds een jaar overstappen op het nieuwe station van de Rhijnspoormaatschappij, die net de eerste directe stoomtramverbinding met station Den Haag Rhijnspoor (nu Den Haag Centraal) heeft gebouwd. Vanuit de richting van de stad komen witte rookpluimpjes van de stoomtram ons tegemoet. Wat een vrolijk gezicht; ik kon me bijna het geluid van de fluit en de machine voorstellen. Wat ging de tijd toch snel in de 19e eeuw!
Vanaf het stationsgebouw dwaalde mijn blik terug naar zee, en zag ik in het noorden een soort statig buitenhuis tussen de duinen. Dit prachtige bouwwerk staat bekend als het Koninklijk Paviljoen. Het werd gebouwd in 1827 in opdracht van Willem I, als verjaardagscadeautje voor zijn vrouw Wilhelmina. Vanwege haar slechte gezondheid hadden doktoren de koningin de gezonde zeelucht aangeraden. Wilhelmina heeft er in totaal zo’n tien jaar van kunnen genieten. Later, in de 20e eeuw, werd het gebouwtje eigendom van de Haagse Sociëteit De Witte, die het nog altijd in de zomermaanden gebruikt. Gedurende de rest van het jaar is het een feest- en vergaderlocatie, en maakt het deel uit van het museum Beelden Aan Zee.
Nadat we de hele strandwandeling van het Panorama hadden gemaakt, keek ik weer uit over de golven. Het meisje en de vrouw stonden, uiteraard, nog altijd voor me. Waar zouden ze het samen over gehad hebben? Zouden ze hebben gezien dat Mesdag achter hen aan het tekenen was? Het is een indrukwekkend idee dat ze 140 jaar later nog steeds in hetzelfde landschap staan, terwijl hun namen allang vergeten zijn. Het is misschien vreemd, maar na slechts een half uurtje hier ben ik toch een beetje aan ze gehecht geraakt.
In het voetspoor van Mesdag
Voor meneer Mesdag zelf blijkt de hele onderneming van zijn panorama helaas van korte duur – zoals dat gaat met rages. Ondanks het artistieke succes van zijn schildering, was de hele hype rond panorama’s eigenlijk alweer op zijn retour. Ondanks internationale experimenten met draaiende en bewegende panorama’s veranderde de smaak van het publiek snel. Terwijl theaterbezoek langzaam onder een breed publiek populair werden, zorgden ook de snelle opkomst van de fotografie en zelfs de eerste filmvertoningen ervoor dat panorama’s in korte tijd ouderwets en achterhaald werden bevonden. Zo zag Mesdag zich al in 1886 genoodzaakt, vijf jaar na de opening, om het panorama en het pand uit eigen zak op te kopen, om zijn mooiste werk voor de toekomst te redden. Nog altijd is het museum in handen van de nazaten van de familie.
Helemaal geïnspireerd door het panorama besloten we om de volgende dag naar Scheveningen te gaan, om zelf het uitzicht van Mesdag te ontdekken. Het Seinpostduin ligt er nog! Gewapend met Google Maps begonnen mijn zwager en ik vol goede moed aan onze quest. Vanaf Den Haag Centraal namen we de tram naar Scheveningen, waarvan ik later pas besefte dat het in feite hetzelfde spoortje is als wat op het panorama al te zien is. Bijzondere om even bij stil te staan; zo maken we vaak zonder het te weten gebruik van victoriaans erfgoed.
Eenmaal uitgestapt begonnen we met een kort bezoek aan het Kurhaus. Het chique kuuroord en hotel werd gebouwd in de jaren 1884-1885, nog maar vier jaar na het landschap van Mesdag. Scheveningen werd toen een hip toevluchtsoord voor de laat-victoriaanse high society, en het gebouw heeft zowel van binnen als buiten nog steeds de allure van deze periode.
Een paar honderd meter tegen de wind in vonden we tot ons geluk de eerste oude bekende van het panorama, Paviljoen De Witte. Echt prachtig, en duidelijk herkenbaar van het schilderij, ook al is de boulevard nu zo veranderd. Het Seinpostduin kon dus niet ver meer zijn!
Vrolijk stapten we verder omhoog, het duin op. Op zoek naar het uitzicht over Scheveningen, verwonderde ik me vooral over alle moderne gebouwen die je het zicht ontnemen. Dieptepunt was voor ons beiden een werkelijk afschuwelijk gebouw, vermoedelijk uit de jaren 1980, waar de architectonische mode blijkbaar een vreselijk duikvlucht heeft genomen. Het in witte badkamertegeltjes opgetrokken gedrocht van een woontoren wordt welluidend ‘Residentie Seinpostduin’ genoemd. Blech… maar blijkbaar zaten we in de buurt.
Al verder wandelend bemerkten we dat we alweer naar beneden liepen. Wacht eens even… waar was dat hoogste punt dan? Verschrikt draaide we ons om. Dat gebouw, dus. Uitgerekend daar waar Mesdag heeft gestaan om zijn meesterwerk voor te bereiden, staat nu een moderne blokkendoos. Zucht. Tijden veranderen…
Ons onvolprezen strand
Gelukkig hebben we dankzij Hendrik Willem Mesdag, zijn vrouw en zijn leerlingen, en de inzet van meerdere renovaties nog steeds de unieke kans om terug te gaan naar dat mooie voorjaar van 1880. En daar mogen we wat mij betreft erg blij mee zijn. Mocht je in de buurt van Den Haag of Scheveningen zijn, ga dan absoluut een keer kijken.
Naast de prachtige vaste tentoonstelling over Mesdags plan, ontwerp en uitvoering van zijn beroemde panorama, biedt het museum ook regelmatig tijdelijke tentoonstellingen. Van 31 maart 2019 tot en met 22 september 2019 is de nieuwe expositie ‘Vanaf het hoogste punt: Landmeten in Mesdag tijd‘, waarbij samen met de TU Delft wordt gekeken hoe landmeters en kunstenaars het 19e-eeuwse landschap probeerden te vatten.
Josephine is inmiddels ook enthousiast om het Panorama te bezoeken, dus we gaan zeker binnenkort nog een keer terug. Maar tot die tijd denk ik graag terug aan mijn uitzicht over zee vanaf het terras van het strandtentje, met een heerlijk kopje…
…warme chocolademelk met slagroom. En een scheutje rum.
Voor het schrijven van dit blog heb ik de volgende bronnen gebruikt:
www.panorama-mesdag.nl
http://www.scheveningentoenennu.nl/
Vermeer, R., Scheveningen: Een korte geschiedenis (www.panorama-mesdag.nl)
Gelukkig heeft de schilder zijn werk terug kunnen kopen en houdt de familie dit in ere. Zowel het kunstwerk op zich als het feit dat het een uitzicht biedt dat er in werkelijkheid door de flats niet meer is, is toch waardevol. Lovenswaardig ook dat hedendaagse bezoekers nog kunnen zien hoe er zonder foto en film zo een mooie illusie kon worden gewekt met dit panorama en panorama’s in het algemeen.
Dank je weer voor de mooie illustraties en de vergelijking met toen en nu.
Het doet me spontaan denken aan mijn favoriete “strandschilderij”, een werk in zeer groot formaat van Jan Verhas dat in het stadhuis van “mijn” Dendermonde (België) hangt: “op de golfbreker”. Het betreft een mooie dame die in haar blauwe jurk de wind trotseert. De weersomstandigheden hier zijn minder gunstig dan op het panorama maar qua kledingstijl past ze er perfect in (denk dat het schilderij ook van 1880 dateert).
http://www.vlaamsemeesterwerken.be/gfx/schilder/prev_Jan_Verhas_op-de-golfbreker_b.jpg
Hoi Hilde, heel graag gedaan. Het was mij een plezier om over zo’n mooi onderwerp te mogen schrijven. Ook ik ben maar wat gelukkig dat het panorama nog altijd intact is, en dat het toegankelijk is voor het publiek.
Ik was nog niet bekend met het werk van Jan Verhas, maar wat een prachtig schilderij, inderdaad. Ik snap wel dat Dendermonde daar trots op is.
Ik heb het even kort nagezocht, maar zoals al te zien valt aan het schilderij, zijn Verhas en Mesdag duidelijk van verwante scholen, en behalve dat ze graag in hetzelfde genre werkzaam waren ook echte tijdgenoten. Bedankt voor deze leuke introductie!
Leuke blogpost! Dankzij Mesdag weten we ongeveer hoe Scheveningen eruitzag ♥ En het Kurhaus is gelukkig grotendeels ook behouden. Maar die Seinpostduin afgegraven, ja, misser van de eeuw. Hoewel er daar wel meer van staan in Scheveningen… Gelukkig hebben we nog de oude foto’s en schilderijen en de boeken die ons vertellen hoe mooi het was.
Hallo Dani, dat is erg fijn om te horen; bedankt voor het lezen. Ik ben Mesdag eigenlijk ook best dankbaar voor het vastleggen van het duinlandschap in zijn tijd; zeker dankzij mijn ietwat ongelukkige speurtocht. De grote zaal van Kurhaus was ook echt magnifiek om te zien, echt een mooi staaltje laat-Victoriaanse bouwstijl – die zover ik het kon zien al een beetje vooruit wijst naar Edwardiaanse architectuur.
Door mijn onderzoek voor het schrijven heb ik ondertussen ook wel een zwak ontwikkeld voor de klassieke badplaats en het oude dorp van Scheveningen. Ik vond daarbij nog zoveel mooie prenten en foto’s waar hier gewoon geen ruimte voor was. Wellicht dat Josephine of ik deze later nog een keer kunnen gebruiken.
Ik heb ooit het dubieuze genoegen mogen smaken om onder het panorama langs te mogen lopen, had ik dat maar nooit gedaan, de hele illusie was verstoord…moet er nog maar weer eens heen om het weer recht te breien…
Beste Spoelstra,
Dank voor zo’n bijzondere reactie. Een genoegen, lijkt me inderdaad, maar zeker niet onverdeeld aangenaam. Het is vaak zo: Een kijkje in de keuken is niet zelden fataal voor zelfs het meest sprookjesachtige effect.
De Romantische dichter William Wordsworth was daarom ook onverwacht kritisch over de geschilderde panorama’s van zijn tijd: Hij was van mening dat de illusie misbruik maakte van ware kunst, en dat de populaire panorama’s de bezoekers met deze overweldigende weergaves van de werkelijkheid feitelijk hersenspoelden, met als resultaat dat men de eigen verbeeldingskracht daarbij verloor. Ik denk dat de beste man vast geen fan zou zijn van televisies en computeranimaties, laat staan Twitter en Facebook. Maar daarover een andere keer meer…
Tot die tijd; ga inderdaad nog eens een keer terug om van Mesdags fantastische werk te genieten. Zoals het ooit bedoeld was, ditmaal.