Zien: Het Pauperparadijs in Carré

Eindelijk heb ik Het Pauperparadijs gezien, en wel in theater Carré! Het toneelstuk, dat gebaseerd is op één van mijn favoriete boeken, werd de afgelopen twee jaar al in Veenhuizen opgevoerd – maar dat was voor mij als Randstedeling zonder auto wat te ver weg. En dat is, om gelijk een thema van Het Pauperparadijs aan te spreken, niet zonder reden. Want vanuit het Haagse standpunt kon je nietsnutten en paupers maar het beste ver weg sturen, ver buiten de gewone wereld. Naar Drenthe, “Voorbij het einde van de wereld.”

Het Pauperparadijs Carré Teunis © Ben van Duin.

Teunis (Steyn de Leeuwe) in Het Pauperparadijs in Carré. Foto © Ben van Duin.

Het Pauperparadijs heeft een bijzonder verhaal. Enkele jaren geleden ging journaliste Suzanna Jansen op zoek naar haar familiegeschiedenis. Ze was geïntrigeerd door familieverhalen die niet helemaal in elkaar leken te passen, en de grote schaamte voor armoede bij oudere familieleden. Waar kwam dit vandaan? Was er misschien iets in het verleden voorgevallen, dat te allen tijde verborgen moest blijven?

“Voor het eerst bekommerde iemand zich op grote schaal om het armoedeprobleem.”

Zo kwam Jansen terecht bij het verhaal van Veenhuizen en de andere koloniën van de Maatschappij van Weldadigheid. In 1818 vatte Johannes van den Bosch het ambitieuze plan op om iets aan het enorme armoedeprobleem van het jonge Koninkrijk der Nederlanden te doen.

Weggezonden moesten ze worden, de gezonde armoedzaaiers, sterk van lijf en leden, om een nieuw en deugdzaam bestaan op te leren bouwen in het noordoosten van het land. Het nieuw-ontgonnen land zou de paupers voeden, en de arbeid zou de verarmde medemens opheffen tot fatsoenlijke burgers. Én de steden zouden verlost worden van al die armlastige lieden. Meerdere vliegen in één klap dus, en een revolutionair plan in die tijd: Voor het eerst bekommerde iemand zich op grote schaal om het armoedeprobleem.

Het Pauperparadijs Carré © Ben van Duin

Generaal Johannes van den Bosch (Dragan Bakema) geeft een gloedvol betoog voor zijn armeninrichting. Het Pauperparadijs in Carré. © Ben van Duin.

Maar zoals wel vaker met megalomane plannen, ging dat niet zonder slag of stoot. De meeste paupers lieten zich niet wegsturen, en de koloniën hadden al vanaf het begin te weinig mankracht. En zoals wel vaker gebeurt, werd er tenslotte gegrepen naar draconische maatregelen. Op een nacht in 1824 werden alle weeskinderen ouder dan zes jaar uit het Aalmoezeniersweeshuis van Amsterdam verscheept naar Veenhuizen. Sommigen van hen hadden zelfs nog ouders – die alleen geen geld hadden gehad hun kroost zelf eten te geven – en in de stad was er tegen het idee dan ook flink protest geweest. Maar het mocht niet baten, de kinderen werden in het holst van de nacht over de grote Zuiderzee gestuurd. Ze zouden hun families meestal niet meer terugzien.

Met dit schandalige stukje geschiedenis opent Het Pauperparadijs in Carré. De verteller neemt ons eerst mee naar de Jordaan, waar Teunis en zijn zusje Aagje wonen. Doordeweeks zijn zij in het weeshuis, maar op zondag mogen zij hun armlastige ouders bezoeken. Het gezin heeft het moeilijk, maar hoopt op betere tijden. Daar steekt de Maatschappij van Weldadigheid een stokje voor: Teunis en Aagje gaan gedwongen op transport naar Drenthe, naar wat een ‘beter leven’ moet zijn.

Het Pauperparadijs in Carré. Foto © Ben van Duin.

Het Pauperparadijs in Carré. Foto © Ben van Duin.

Met dit heftige begin trekt theatermaker Tom de Ket zijn bezoekers het verhaal in. De eerste scènes zijn nogal staccato, en de verteller begint belerend en luid roepend om medeleven, zonder dat we ook nog maar iets gezien hebben. Echt op gang komt het verhaal pas, als de weeskinderen in Veenhuizen zijn aangekomen. Het schreeuwerige verdwijnt, en er komt ruimte voor een persoonlijker, subtieler verhaal.

In tegenstelling tot het boek, dat de familielijn van Jansen tot het heden bespreekt, beperkt de voorstelling Het Pauperparadijs zich vrijwel volledig tot de eerste generatie Veenhuizenaren, die te jong zijn om ooit eerder op eigen benen te hebben gestaan. We volgen Teunis, die pas zestien is, en nog vol optimistisme is over zijn toekomst. Hij zal hard werken, om daarna weer terug te kunnen keren naar zijn ouders in Amsterdam! Dat belooft hij ook aan zijn kleine zusje Aagje, die een stuk banger is.

Het Pauperparadijs in Carré. Foto © Ben van Duin.

Het Pauperparadijs in Carré. Foto © Ben van Duin.

Maar dat terugkeren, dat blijkt nog niet zo eenvoudig. En ondertussen is daar dan de protestantse Cato, de dochter van bewaker Braxhoofden. Die is ontzettend interessant, hoewel ze als ‘vrije bewoner’ natuurlijk buiten zijn bereik dient te liggen.

Maar liefde laat zich niet dwingen. En als op wederzijdse interesse en verhalen over een toekomst in Amsterdam een ongeplande zwangerschap volgt, kan het stel niet anders doen dan trouwen. Aangezien Teunis naast een onvrije pauper ook nog katholiek is, is dat voor de omgeving een zeer ongewenste match. Cato wordt net als haar man katholiek en onvrij, maar is vastbesloten om van hun leven vol liefde een succes te maken. Van Teunis leert het bescheiden meisje optimistisch te zijn, om te geloven in de toekomst en perspectief voor zichzelf te zien. Zodra ze kunnen, verlaten ze – met inmiddels twee kinderen – de kolonie.

“Menslievendheid is niet gratis!”

Het spel en de zang van de twee hoofdrolspelers zijn ontzettend goed te noemen. Geen enkele keer zijn zij ongeloofwaardig. En dan is er Johannes van den Bosch – een glansrol voor Dragan Bakema – die tussendoor zijn visie op de armenkolonie aan het Nederlandse parlement verkondigt. Zijn roep om een wereld zonder armoede was voor die tijd revolutionair. Maar wat klinkt als een goedbedoelde oplossing voor een grote groep mensen, blijkt een ware dystopie te worden. “Menslievendheid is niet gratis!” roept Van den Bosch als de tekorten oplopen. En ook voor de paupers zelf blijkt ontsnappen uit hun positie maar knap lastig.

Het Pauperparadijs in Carré. Foto © Ben van Duin.

Teunis en Cato (Margreet Boersbroek) proberen samen een leven op te bouwen. Het Pauperparadijs in Carré. Foto © Ben van Duin.

Want ondanks het feit dat Cato met een intense rocksong “de toekomst komt eraan, want daar schijnt de zon” haar vertrek uit Veenhuizen bejubelt, is de werkelijkheid een stuk minder rooskleuring. Het leven buiten de koloniemuren blijkt moeilijk voor twee ex-kolonisten, die mét een stigma maar zónder kennis van de buitenwereld maar moeilijk rond kunnen komen. Het verlangen naar vrijheid en zelfontplooiing blijkt niet genoeg om aan de armoede te ontsnappen, als beklemmende regels het aanleren van vaardigheden in de weg hebben gestaan. En zo, op het laatste nippertje, één jaar na hun vertrek, kiezen Cato en Teunis eieren voor hun geld en gaan ze  terug naar Veenhuizen. Armoede laat zich moeilijk ontsnappen. Zou het ze ooit nog lukken om een zelfstandig bestaan op te bouwen?

“Onkundige politiek heeft zelden zulke grote gevolgen gehad.”

En zo wordt Het Pauperparadijs verrassend geëngageerd theater. De toon is precies goed, en daarmee laat het muziekspektakel op een ontluisterende manier de gevolgen van het 19e-eeuws armenbeleid zien. De ambitieuze toespraken van Van den Bosch zijn goedbedoelend gloedvol; en geloofwaardig. Maar daartegenover staat de desillusie van de bewoners van Veenhuizen, die na deportatie dankbaar moeten zijn nog vóórdat ze op adem gekomen zijn van hun veranderende lot. Hoe kunnen zij ‘participeren’ in een verstikkende omgeving die zelfontplooiing per definitie afkeurt? Want: Regels zijn regels. Uiteindelijk zijn we getuige van de wanhoop van de kansarmen, die door een ambtelijk besluit van het ene op het andere moment als criminelen worden bestempeld en onvrij worden gemaakt. Onkundige politiek heeft zelden zulke grote gevolgen gehad.

Het Pauperparadijs in Carré. Foto © Ben van Duin.

Het Pauperparadijs in Carré. Foto © Ben van Duin.

De verteller van het stuk hoeft niet veel moeite aan de dag te leggen om de link te leggen naar het armoedebeleid van tegenwoordig. Zieken en gezonden worden op één hoop gegooid in een verstikkende participatiewet, schuldsanering is big business, en armoede is je eigen schuld. Ruimte voor zelfontplooiing is er niet, want dat past niet in het beleid om mensen zo goedkoop en gecontroleerd mogelijk de samenleving in te forceren.

De theatermakers hebben met hun onverwacht scherp politiek drama de wind mee van twee recente publicaties in de media. Onlangs besteedde de Volkskrant veel aandacht aan het onderdrukkende bijstandsbeleid in verschillende gemeenten. Al bijna van tevoren bestempeld als fraudeur, moeten mensen huiszoekingen, gps-trackers en glurende rechercheurs dulden – zelfs een moordverdachte heeft meer rechten.
Daarnaast berichtte Het Brabants Dagblad over een proef in Tilburg, waarbij bijstandsgerechtigden meer vrijheid kregen in de invulling van hun activiteiten. Onder eigen regie ontwikkelden de deelnemers zich beter, en hadden ze vaak sneller een baan. De boodschap van Het Pauperparadijs is dus niet zomaar uit de duim gezogen: Dwang en onderdrukking maken kapot, en vrijheid zorgt voor ontwikkeling en vooruitgang.

Het Pauperparadijs in Carré. Foto © Ben van Duin.

Het Pauperparadijs in Carré. Foto © Ben van Duin.

Het Pauperparadijs is een heftig stuk. Met regelmaat spat de wanhoop van de personages en de woede van de verteller van het podium. “Ik wil iemand zijn!” schreeuwt Cato in de themasong, terwijl ze zich als radertje in de stoomfabriek uit het geheel probeert los te breken. Dans en muziek sluiten naadloos aan op het verhaal. De zang is uitmuntend, zowel door de cast als Lavalu, die – geheel in de traditie van Bertolt Brecht – telkens weer de vierde muur doorbreekt door met voltallige band tussen het toneelspel te verschijnen. Fenomenaal!

“Het Pauperparadijs is het belangrijkste stuk wat je nu kunt zien.”

Historisch gezien hebben regisseur De Ket en schrijfster Suzanna Jansen zich enkele interessante vrijheden gepermitteerd. Maar niet zonder de waarheid geweld aan te doen – eerder om de boodschap te versterken. Zo verschijnt Jacob van Lennep ten tonele, die ook even zijn zegje komt doen over de erbarmelijke omstandigheden in de koloniën. En Johannes van den Bosch blijft opduiken, zowel in zijn eigen tijdlijn als in een grimmige discussie met de verteller. Doen wij als maatschappij in 2018 het nu zoveel beter als de bevlogen generaal precies 200 jaar eerder? Dat is de vraag waarmee de bezoeker de zaal verlaat. En dat maakt Het Pauperparadijs het belangrijkste stuk wat je nu kunt zien.

Het Pauperparadijs in Carré. Foto © Ben van Duin.

De Verteller (Paul R. Kooij) en Generaal Van den Bosch in discussie over het armenbeleid in Nederland. Het Pauperparadijs in Carré. Foto © Ben van Duin.

Ook het Pauperparadijs zien?

Het Pauperparadijs speelt nog de hele maand, tot en met 5 augustus. Kaarten kun je hier bestellen. Als voorproefje kun je alvast de trailer bekijken.

Overigens worden er rond de voorstelling een heleboel extra’s georganiseerd, zoals een speciaal theatermenu, rondleidingen in het Rijksmuseum, gesprekken met de theatermakers (‘Paupertalks’) en inleidingen door Suzanna Jansen. Een overzicht kun je hier vinden.


Met dank aan Aimee Mars van Message from Mars voor het beschikbaar stellen van persfoto’s. Foto’s © Ben van Duin.

Voor het schrijven van dit blog heb ik de volgende bronnen gebruikt:
Suzanna Jansen: Het Pauperparadijs (2008).
Het Pauperparadijs in Carré Agenda.
Het Pauperparadijs Programmaboek (2018).
Suzanna Jansen (red.): Dit zijn onze voorouders – Ja, waarschijnlijk ook die van u. Via Carré.nl.
Jonathan Witteman: De doorgeslagen jacht op de bijstandsfraudeur. In: De Volkskrant, 16 juni 2018.
Stephan Jongerius: Proef Bijstand: mensen bloeien al op. In: Brabants Dagblad, 26 juni 2018.

2 gedachten over “Zien: Het Pauperparadijs in Carré

  1. Wat een fijne en onwijs uitgebreide review van dit stuk, waar ik stiekem ook al heel benieuwd naar was na het zien van een aantal posters langs de weg. Het klinkt als een heel mooi en indrukwekkend theaterstuk. Toch ben ik blij dat ik mijn moeder kaartjes voor Was getekend! (de musical over het leven van Annie M.G. Schmidt) cadeau heb gedaan in plaats van voor deze voorstelling. Als liefhebber van feelgood was dit vast niet echt haar ding geweest. Maar ik ga de voorstelling zeker onthouden voor als ik en een vriendin een keer op zoek zijn naar een indrukwekkend en inhoudelijk avondje uit 🙂

    • Nee, een feel-good-voorstelling was dit niet bepaald. 😉 Je blijft er echt nog een tijdje over doordenken. Maar toch zou ik hem aanraden hoor, als je ervoor in de stemming bent.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.