Afgelopen augustus was ik de gelukkige winnaar van een winactie op het blog van Shyama. Zij mocht een notitieboek weggeven uit de nieuwe collectie van Uitgeverij Karmijn. Ik deed mee en begon met duimen, want de boekjes uit de lijn Carmyne’s Journals hebben een bijzonder Victoriaans uiterlijk. Het omslag is namelijk gebaseerd op een stofstaaltje uit een stoffenboek uit de jaren 1870! Nadat ik – blij blij! – mijn notitieboekje ontvangen had, ging ik natuurlijk meteen op onderzoek uit.
Het lijkt mij persoonlijk echt een geweldig project: Bij een antiquair een heus Victoriaans stoffenboek op de kop tikken en er dan mooie, nieuwe producten mee ontwerpen. Het is precies wat Wilma van Uitgeverij Karmijn deed, toen zij in 2018 het stoffenboek van de firma Ferdinand Poche & Co kon kopen. Deze stoffenhandel uit Manchester gebruikte hun boek met bijna 1000 stofstaaltjes in de jaren 1870, waarschijnlijk om potentiële klanten over hun waren te kunnen vertellen, en om zelf te onthouden welke stoffen ze in de aanbieding hadden. Het ging dan om stoffen voor gordijnen of meubels.
Moderne notitieboekjes met een historische twist
Uit de vele prachtige stofstaaltjes die zich in het stoffenboek van Ferdinand Poche bevinden, koos Karmijn twee designs die door een ontwerper geschikt zijn gemaakt voor het formaat van een notitieboek. De staaltjes zijn immers een stuk kleiner dan de boekjes, en je wilt natuurlijk wel een mooi bedekte kaft. Daarnaast was het de bedoeling dat het omslag van papier gemaakt werd, gecombineerd met een speciale coating die aanvoelt als stof. De boekjes voelen zo extra luxe, en – wat mij betreft – dichter bij het originele bronmateriaal.
Ik mocht na het winnen van de actie kiezen welk van beide dessins ik wilde. Ik koos voor het ingetogen, maar veelkleurige design met bladeren. Mooi hè?
Zelf heb ik nog niets in het boekje geschreven, want ik vind het aanbreken van gloednieuwe notitieboekjes altijd een beetje spannend. Zul je zien dat ik net op de eerste pagina een gigantische spelfout maak… Heeft iemand van jullie ook dit probleem? Zelf schrijf ik overigens graag met potlood, maar de pagina’s van Carmyne’s Journals zijn gemaakt van speciaal 68-grams Tomoe River-papier, dat blijkbaar ontzettend goed werkt bij het gebruik van vulpen-inkt. Het heeft mij geïnspireerd om na jaren weer eens een vulpen aan te schaffen. Eerst nog even oefenen…
Een stukje geschiedenis en een wereldreis
Het leukste aan deze elegante aanwinst op mijn bureau vind ik toch wel de geschiedenis achter de lijn notitieboekjes. Wat blijkt: Het onderzoek naar de achtergrond van stoffenfabrikant Ferdinand Poche deed mij zowaar de hele wereld over reizen! Het dessin voor mijn notitieboek komt niet uit één of ander obscuur achterkamertje in Manchester, maar blijkt een link te hebben met belangrijke internationale handelsfamilies, diplomaten en Syrische schapenhoeders. Een echt east meets west-verhaal, dat begint bij ene Joseph Poche uit…Aleppo.
Joseph Poche kwam oorspronkelijk uit Bohemen, het gebied dat wij tegenwoordig Tsjechië noemen. Hij werkte daar voor een fabrikant in Boheems kristal, en kwam zo rond 1818, als vertegenwoordiger van de kristalfirma, via Izmir en Istanbul in Aleppo terecht. Aleppo trok in die tijd veel buitenlandse handelaren aan, en was de grootste stad van Syrië. Syrië zelf maakte dan weer deel uit van het Ottomaanse Rijk, dat onder het gezag stond van de sultan van Istanbul. Door verschillende nieuwe wetten bloeide de handel tussen delen van het Ottomaanse Rijk en West-Europa.
In Aleppo huurde Joseph Poche woonruimte, waar hij als snel verliefd werd op de dochter van de huisbaas. Margarita kwam uit de vooraanstaande familie Rizzini-Magys, wat voor Poche geen onvoordelig huwelijk betekende. Samen kregen hij en Margarita twee dochters en vijf zonen.
Een machtige familie
Joseph Poche en zijn zonen bleken een uitstekende neus voor zaken te hebben. Zonen Frédéric en Adolphe richtten in 1853 Fratelli Poche & Co op, een handelshuis voor allerlei goederen. Fratelli betekent ‘gebroeders’ in het Italiaans; het was de handelstaal in Aleppo, en bij de familie Poche thuis. Zij hadden een Oostenrijks paspoort en golden voor de wetten in het Ottomaanse rijk als ‘Europees’, maar voelden zich overduidelijk thuis in Aleppo. Het is wel duidelijk dat deze familie een bijzonder kosmopolitische blik had!
De zaken gingen voorspoedig, en al gauw had de familie een breed netwerk opgebouwd voor de handel in zaken als ruw katoen, wol, sesamzaad, granen, noten en was. Ze deden bijvoorbeeld inkopen bij boeren op het Syrische en Irakese platteland, en wisten via tussenpersonen alles op de juiste plek te krijgen. Daarbij hielp de technologische vooruitgang een handje mee: Door de komst van de telegraaf en de stoomboot ging handelen sneller dan ooit. Daarnaast werden de dynastieke banden van de familie Poche op een gunstige manier uitgebreid, doordat de beide zussen in het gezin trouwden met zonen uit de belangrijkste en rijkste handelsfamilie in Aleppo: De familie Marcopoli.
De verbinding met de familie Marcopoli en een aantal politieke ontwikkelingen zorgden daarna voor nog meer voorspoed. De broers Poche kregen belangrijke diplomatenposten toegewezen. Zo was Frédéric gedurende zijn leven diplomaat voor meerdere westerse landen, zoals Oostenrijk-Hongarije, Duitsland, de Verenigde Staten, België en Nederland. (Hier vind je een prachtige foto van hem!)
Het vraagt niet veel verbeelding om te beseffen dat zo’n dubbelfunctie als diplomaat én handelaar behoorlijke financiële voordelen kon opleveren. De diplomatenfunctie gaf de handelaar een status van betrouwbaarheid, terwijl de diplomaat met eventuele politieke voorkennis zijn handel kon beïnvloeden.
Ferdinand Poche uit Manchester
Wat dit hele verhaal met mijn notitieboekje te maken heeft? De middelste van de vijf broers, Ferdinand Poche, startte in 1867 met fondsen van de familie Marcopoli een zusteronderneming van Fratelli Poche & Co in Manchester. Zonder het succesverhaal in Aleppo was er dus geen stoffenboek van F. Poche & Co uit Manchester geweest – en ook niet zo’n mooi notebook anno 2020!
Het lijkt mij aannemelijk dat Ferdinand er niet zomaar voor gekozen heeft om voor de lol naar Manchester te verhuizen. Ik denk dat hij in overleg met de familie naar Manchester is ‘gestuurd’. De industriestad lag natuurlijk in Groot-Brittannië; een land dat inmiddels India binnen zijn rijksgrenzen rekende, wat behoorlijke voordelen opleverde bij het ontwijken van importkosten. Daarnaast deed Manchester ontzettend veel zaken met het Ottomaanse Rijk: Het machtige rijk van de sultan importeerde meer uit Manchester dan uit alle andere Europese landen bij elkaar!
In Manchester vormde Ferdinand dus een radertje in het wereldwijde handelsnetwerk van de familie Poche. En het is natuurlijk fantastisch dat zijn stoffenboek de tand des tijds heeft doorstaan!
Ik probeerde daarom wat meer over Ferdinand te weten te komen. Uit een handelsregister uit Manchester blijkt dat Ferdinand zijn zaak in 1867 begon. Het stofstaaltjesboek moet in de jaren 1870 gebruikt zijn; zo blijkt uit enkele notities die erin staan. Verder blijkt uit artikelen uit het British Newspaper Archive, dat hij een bekende handelaar in de stad was. Maar krantenadvertenties heb ik dan weer niet kunnen vinden. Ferdinand was een groothandelaar, die waarschijnlijk niet aan particulieren verkocht; vandaar het gebrek aan reclames.
Tot slot heb ik kunnen achterhalen dat Ferdinand Poche in 1914 aangeduid werd als exporteur van textiel en metaal, en importeur van wol, opium en gom. Zijn zaak bleef in ieder geval bestaan tot 1938, maar zelf stierf Ferdinand in 1922 in Manchester, op ongeveer 84-jarige leeftijd. Hij heeft blijkbaar niet de behoefte gehad om terug te keren naar zijn geboortestad.
Kleurige stoffen en oosterse motieven
Het is dus zeer aannemelijk dat Ferdinands broers in Aleppo een belangrijke rol speelden in de aanvoer en afname van Ferdinands handelswaar. Ruwe materialen werd vanuit streken als Egypte, Syrië en Irak aangeleverd om in textielstad Manchester verwerkt te worden tot kleurige stoffen. Daarna werd het voor een deel weer uitgevoerd naar landen over de hele wereld. Zo onderhield de familie Poche zakelijke banden over het hele noordelijk halfrond; in Europa, de Verenigde Staten en Azië.
Gezien de oosterse stofmotieven in het stoffenboek lijkt een aanzienlijk deel ervan terug te zijn gegaan naar de landen waar de grondstoffen oorspronkelijk vandaan waren gekomen: Het Ottomaanse Rijk, en via Bagdad zelfs helemaal naar India.
Want als je naar de motief- en kleurkeuze van de stoffen kijkt, zie je dat een groot deel niet typisch Brits-Victoriaans te noemen is. Tegelijkertijd (en nu neem ik even wat dichterlijke vrijheid) waren dergelijke oosterse motieven zeer geliefd bij een deel van de artistieke elite van Groot-Brittannië. Ik kan me helemaal voorstellen dat eigenzinnige kunstenaars zoals Sir Frederic Leighton en Lawrence Alma-Tadema de stoffen van Ferdinand Poche hadden kunnen gebruiken bij de aankleding van hun excentrieke maar elegante woningen. Met name Leighton hield ontzettend van de Levant, en reisde zelf onder andere naar Damascus en Izmir in de jaren 1860 en 1870.
Vanwege de kosmopolitische achtergrond van het stoffenboek en de familie Poche vind ik het extra leuk dat de notebooks van Karmijn nu weer de hele wereld overgaan, net als 150 jaar geleden de stoffen van Ferdinand Poche & Co. Ik hoop daarom dat we nog meer Victoriaanse varianten van Carmyne’s journals mogen verwachten!
Het is weer tijd voor lekker kopje thee.
Met dank aan uitgeverij Karmijn voor de foto’s van het stoffenboek. Meer weten over de notitieboekjes van Karmijn? Kijk dan op UitgeverijKarmijn.nl.
Voor het schrijven van dit blog heb ik de volgende bronnen gebruikt:
Mafalda Ade: Ottoman Commercial Law and its Practice in Aleppo Province (1850-1880). In: Suraiya Faroqhi & Gilles Veinstein (ed.): Merchants in the Ottoman Empire. Collection Turcica Vol. XV (2008), p. 245-258.
Fred Halliday: The Millet of Manchester: Arab Merchants and Cotton Trade. In: British Journal of Middle Eastern Studies , 1992, Vol. 19, No. 2 (1992), pp. 159- 176. Via: JSTOR.com.
Rüdiger Klein: Aleppiner Handelshäuser zwischen Basar und Börse: Informationssuche und -Verarbeitung im Zeichen der Inkorporation (ca. 1780-1920). In: D. Rothermund (Hrsg.): Aneignung und Selbstbehauptung – Antworten auf die Europäische Expansion (1999), p. 345-372.
John Scholes: Manchester Foreign Merchants, Manchester Central Library MS FF 382-S. Via: ManchesterArchives+ op Flickr.com.
Tom Schutyser e.a.: Caravanserai. Traces, Places, Dialogue in the Middle East (2012).
Andre Yacoubian: House of Poche: Then and now – The Aleppo Project (2017).
The British Newspaper Archive: Items met betrekking tot Ferdinand Poche in de periode 1850-1899. Nieuws uit Aleppo | Donaties voor Bagdad | Een afperser.
Carmyne’s Journals op UitgeverijKarmijn.nl.
Familie Poche op Geni.com.
F. Poche & Co op Commercialoverprints.com.
Wat een prachtig blog en mooi dat stoffen boek,Fijn dat je dat aantekeningen boek heb gewonnen .Ik heb echt genoten van dit blog ,Gr
Dank je wel voor je complimenten, Wies!
Heerlijke blogpost, dank voor de research!
Graag gedaan! Ik heb er ook zelf veel plezier aan beleefd :-).
ik heb je blog weer met veel plezier gelezen, heel interessant
Leuk om te horen, Martine. Dank je wel.
Wat ontzettend leuk allemaal! Super interessant.
Ja hè! Ik ben blij dat je het ook een leuke speurtocht vindt.
Prachtige boekjes waar ik heel hebberig van word en een super interessant artikel waar ik heel blij van word. Dank je wel!
Graag gedaan, Bettina! Ik kan me voorstellen dat de boekjes en de zoektocht in de archieven ook echt wat voor jou zijn!
Hele mooie boekjes! En interessante achtergrond erbij, interessant om te lezen.
Fijn dat je het leuk vond om te lezen, Darina! 🙂
Ik had nog geen reactie direct onder je blog gegeven, maar: nogmaals ontzettend bedankt dat je dit allemaal hebt uitgezocht over onze journals. Echt supergaaf!
Graag gedaan, Wilma! 🙂
Wat leuk hoe een notitieboekje leidt tot een hele speurtocht. Leuk geschreven en goed werk. En nu weet ik ook iets meer over o.a. Aleppo…
Dank je wel, Robin. Ik vond het erg leuk om voor dit blog mijn blik eens op het oosten te richten.