Victoriaanse parfums: Geuren uit de 19e eeuw

De 19e eeuw beleef ik het liefst met al mijn zintuigen: Schilderijen bewonderen, recepten proeven, en materialen door mijn handen laten gaan. Verder kan ik, als het gaat om de geur van de Victoriaans tijd, de steenkolendampen en de sanitaire voorzieningen wel missen. Maar er waren ook verfijnde geuren, want in de 19e eeuw werd het voor een grotere groep mensen mogelijk om gebruik te maken van bloemige geurwaters. En voor de happy few ontstonden er exclusieve, complexe parfums.

Geurwaters en geuroliën bestaan al eeuwen, en over de hele wereld. Ze speelden een rol bij religieuze rituelen, of werden door machthebbers gebruikt als luxeproduct en statussymbool. Op die manier onderscheidde de elite zich van de ‘onwelriekende’ massa.

Heerlijke geuren werden onttrokken aan bloembladeren, hout, of andere natuurlijke bronnen. Deze waren vaak moeilijk te verkrijgen, en dus kostbaar. Maar in de 19e eeuw maakten nieuwe technieken het mogelijk dat meer mensen zich met een geurtje konden opdoffen. En dat veranderde de aard van de geurtjes, én zette de toon voor de opkomst van de moderne parfumindustrie.

Eau de cologne voor Beau Brummel

Welk geurtje of parfum je in de 19e eeuw droeg, lag aan verschillende factoren. Allereerst aan de periode; want net als nu verschuiven smaken, en willen mensen altijd wat nieuws. Daarnaast maakte het natuurlijk uit hoeveel budget je had. En of je man of vrouw was.

Over het algemeen kunnen we voor de 19e eeuw drie tendensen onderscheiden als het gaat om parfumgebruik: Bredere beschikbaarheid, die zich uitbreidde van ‘alleen voor de happy few’ naar producten voor de werkende onderklasse; toenemende complexiteit, van simpele thuisgemaakte geurtjes tot ingewikkelde parfums van een specialist; en tot slot de feminisering van parfumcultuur.

C. A. Farina bij Hagerhof 1837

Huiselijk portret van leden van de uitgebreide familie Farina uit Keulen. We zien onder andere Carl Anton Farina (1770–1850) met zijn vrouw (beide zittend), met links zijn zoon Johann Maria Farina (1809–1880) en diens vrouw. Onder leiding van Johann Maria Farina beleefde het eau de cologne-merk “Johann Maria Farina gegenüber dem Jülichs-Platz” (1709 Farina) hoogtijdagen in de 19e eeuw, en tevens werd het merk officeel vastgelegd om kopiisten tegen te gaan. Schilderij door Heinrich von Rustige uit 1837 [Publiek domein].

Aan het begin van de 19e eeuw was er één dominante geur die alom geliefd was in de welgestelde kringen van West-Europa: Eau de cologne. Voor velen van ons is het inmiddels misschien de geur die we herkennen van de toilettafel van oudere familieleden. Mijn beide oma’s (geboren 1918 en 1929) gebruikten het, en één van hen had zelfs een gigantische fles van wel 800 ml staan! Ik heb het idee dat de generaties na hen inmiddels wat op de geur uitgekeken zijn geraakt, maar ik kan me vergissen.

Eau de cologne bestaat nog steeds, en daarom is het makkelijk om even te kunnen ruiken hoe de modieuze elite rook in de jaren 1810 tot en met de jaren 1830. De basis werd – en wordt – gevormd door olieën van verschillende soorten zoete en bittere citrusbloesems. De bekendste variant is natuurlijk die uit Keulen, en daarom heet het geurwater ook zo (‘Keuls water’).

Mijn eigen wastafel uit ca. 1920, met daarop naast de lampetkan de grote fles 4711 eau de cologne van mijn oma. Inmiddels is de fles al jaren leeg. Ernaast staan enkele antieke parfumflesjes. Foto: © My inner Victorian.

Het verwarrende is dat er twee soorten Keulse eau de cologne bestaan: De eerste variant, gemaakt door Giovanni Maria Farina in 1709, en een zeer succesvolle kopie door Wilhelm Mülhens rond 1800, genoemd naar het huisnummer 4711. Beide geuren zijn nog steeds verkrijgbaar. Inmiddels is de term eau de cologne (‘odeklonje’) overigens synoniem voor een bepaald type geurwater, maar oorspronkelijk betrof het alleen de exclusieve variant uit Keulen.

Eau de cologne is geen echt parfum, maar een geurwater. Dat betekent dat het percentage natuurlijke geuroliën in het product lager ligt dan in eaux de toilette, eaux de parfum en echte parfums. Ondanks die verdunning was het aanschaffen van eau de cologne voor veel mensen toch een prijzige aangelegenheid. De gegoede middenklasse kon zich echter wel een flesje veroorloven en er dan spaarzaam mee om gaan. Wie het breder liet hangen, gebruikte eau de cologne ruimhartiger als toiletwater, dus bijvoorbeeld bij het wassen en scheren. Eau de cologne werd gebruikt door mannen en vrouwen, en er wordt gezegd dat mode-goeroe Beau Brummel, die geliefd was aan het hof van George IV, ook gebruik maakte van dit geurtje. Dat zal de populariteit alleen maar geholpen hebben!

Eau de cologne Boldoot

Affiche van de Nederlandse eau de cologne-fabrikant J.C. Boldoot uit 1897, getekend door Henri Privat-Livemont [Publiek domein]. Vanaf 1875 verkocht Boldoot eau de cologne, naar verluidt in samenwerking met de firma 4711 uit Keulen. Het is mij onduidelijk of de eau de cologne van Boldoot tegenwoordig nog wordt verkocht.

Synthetische geuren voor (bijna) iedereen

Maar zoals dat gaat bij populaire producten ging uiteindelijk de prijs omlaag, en kon zich ook de welvarende ambachtsman uit de jaren 1840 een klein flesje eau de cologne permitteren. Dat betekende uiteraard wel dat de elite voortaan weer op zoek ging naar iets nieuws en exclusiefs.

Vanaf de jaren 1840 kwamen er voor de elite nieuwe parfums op de markt, vooral op basis van bloemblaadjes en kruiden. Denk dan bijvoorbeeld aan de geuren van jasmijn, oranjebloesem, en viooltjes, maar ook tijm, salie en lavendel. Het meest geliefd (en exclusief) was otto of rose, een krachtige rozenolie die werd onttrokken aan de bloem rosa centifolia.

De rosa centifolia foliacea, ingekleurde gravure door Pierre-Joseph Redouté (1759–1840) [Publiek domein].

In het midden van de 19e eeuw zien we twee interessante ontwikkelingen ontstaan. Aan de ene kant werden er weer nieuwe geuren populair, namelijk citroen en bergamot (ook een citrusvrucht). Deze twee werden meestal samen gebruikt, en konden inmiddels synthetisch worden nagemaakt. Dit betekende dat steeds meer producten hiermee ‘op smaak werden gebracht’, zoals zeep, crèmes en accessoires. Ook konden mensen deze oliën zelf aanschaffen en daarmee hun eigen huismiddeltjes maken. Citroen-bergamot werd dus een vrij democratische geur, die voor velen beschikbaar was – nog meer dan eau de cologne ooit was geweest, aldus historica Ruth Goodman.

Het is dan ook niet zo gek dat er vanaf de jaren 1850 een scheiding ontstond tussen goedkope en dure luchtjes. De echte elite hoefde zich niet tevreden te stellen met kunstmatige geuren, en ook niet meer met eenvoudige combinaties van maar twee of drie ingrediënten. Voor de rijken op aarde werden complexe geuren bedacht door parfumeurs, zoals een speciaal ‘eau de cologne’ door Guerlain, ontworpen en gemaakt voor de Franse keizerin Eugénie in 1861. Het Franse Huis Guerlain bestaat nog steeds. Andere bekende parfumeurs uit de 19e eeuw, die hun producten ook voor de allerrijksten maakten, zijn bijvoorbeeld Penhaligon’s en Rimmel.

Reclame voor Rimmel

De Fransman Eugène Rimmel mocht zich ‘Perfumer to Her Majesty’ noemen, en had onder andere winkels in Londen en Parijs [Publiek domein].

De opkomst van de moderne parfumindustrie

Vanaf de jaren 1880  kwamen er naast bloemen-, fruit- en kruidengeuren ook andere, zwaardere ingrediënten op. Geuren als muskus, civet en ambergris zijn afkomstig van dieren, en blijven langer hangen dan een plantaardige variant. Deze luxe geuren spraken tot de verbeelding, en het is dan ook niet gek dat er in damesbladen veelvuldig over gepubliceerd werd. De meeste dames moesten het echter met synthetische en vaak zelfgemaakte bloemengeuren doen. Daarbij bleef het aanbod in eerste instantie beperkt: Nog in 1857 waren geuren als jasmijn, viool en vanillie niet synthetisch verkrijgbaar.

Jullie merken het al: Ik begin langzamerhand over dames te praten. Want vanaf ongeveer de jaren 1850 werd een geurtje bij mannen steeds minder gewaardeerd. Parfums hoorden voortaan bij vrouwen, en als mannen het gebruikten, werd dat als feminien en dus onwenselijk beschouwd. Het past in de bredere culturele trend van de hoog-Victoriaanse tijd dat mannen- en vrouwengebieden sterker werden ingekaderd. Wat dat betreft is het principe van een gender-debat beslist niet nieuw.

Rimmel Book of Perfumes

‘Het toilet van Venus’ uit Eugène Rimmels Book of Perfumes (1865) [Publiek domein]. De godin wordt hier door haar helpers met parfum besprenkeld, gekapt en… opgemaakt. Parfumeurs leverden namelijk ook huidproducten die wij tegenwoordig ‘make-up’ zouden noemen. Maar over het gebruik make-up werd slechts gefluisterd; het werd namelijk onfastoenlijk bevonden.

In de jaren 1850 en 1860 werden vrouwen meer en meer in een huiselijk, verzorgend en decoratief keurslijf gedwongen (als tegenreactie op de opkomende vrouwenemancipatiebeweging), en mannen daarmee tegelijkertijd in een keurslijf van de stiff upper lip, stoerheid en praktische kleding en lichaamsverzorging. Een parfum hoorde daar dus niet bij… Er waren wel enkele herenparfums beschikbaar voor in de hoogste kringen – al heb ik het beeld dat je best een beetje een dandy moest zijn om daar daadwerkelijk gebruik van te maken.

En zo belanden we in het laatste decennium van de 19e eeuw, in de tijd van de zeer bloemige, ‘vrouwelijke’ geuren: viooltjes en lavendel. Beide waren inmiddels zowel synthetisch als natuurlijk te verkrijgen. Hoewel van beide geuren de kunstmatige variant best betaalbaar was, was echte lavendel het gemakkelijkst voorhanden – gedroogd of vers. En dus baadden veel bescheiden huishoudens in de lavendelgeur. Uit deze periode stamt de grote populariteit van lavendelzakjes of lavendelstokjes.

Victoriaanse parfums reclame

Reclame voor verschillende Victoriaanse parfums van huis Sylvain, ca. 1870-1900 [Publiek domein]. Er wordt vooral met bloemengeuren geadverteerd, zoals viooltjes en roos.

De smaak van de elite was inmiddels nog verder weggedreven van deze simpele geuren. Vanaf de jaren 1890 bestonden exclusieve parfums uit wel meer dan tien verschillende ingrediënten, uiteraard gemaakt door gerenommeerde parfumhuizen. De parfums werden verkocht in prachtige delicate flesjes, die de bijzondere inhoud reflecteerden. En zo werd de moderne parfumindustrie geboren: Eén die ons verleidt met exotische, dure geuren en bijpassende unieke flesjes die er exclusief voor ontworpen zijn. Een modern parfum biedt dus een totale ervaring van luxe; niet alleen wat voor de neus, maar ook voor het oog.

Parfumgebruik in de 19e eeuw

We weten nu hoe de Victorianen het liefste roken, maar het is ook interessant om te weten hoe ze hun favoriete geurtjes gebruikten. Zoals ik al noemde, werden geurwaters zoals eau de cologne ruimhartig gebruikt door mensen die het zich konden veroorloven.

Victoriaanse parfumreclame Amerikaans 1800s

Schattige Victoriaanse reclame voor Austen’s Parfums uit de Verenigde Staten, ca. 1870-1900. Te zien zijn de vóór- en achterkant [Publiek domein].

Over het algemeen werd in Victoriaanse etiquetteboeken echter geadviseerd om parfums en geurtjes spaarzaam te gebruiken. Als kleine zweem over de outfit van de dag, en niet om eventuele zweetluchtjes mee te maskeren, zoals in vroegere periodes meer de gewoonte was. Nee, een bad was beter tegen lichaamsgeuren dan een parfum. Daarin verschilden de Victorianen niet zo veel ons. Zowel toen als nu werd een wolk aan parfumlucht als overdadig ervaren. Eugène Rimmel (1820-1887) wist het in zijn Book of Perfumes (1865) snedig te formuleren:

The selection of a perfume is entirely a matter of taste, and I should no more presume to dictate to a lady which scent she should choose, than I would to an epicure what wine he is to drink ; yet I may say to the nervous: use simple extracts of flowers which can never hurt you, in preference to compounds, which generally contain musk and other ingredients likely to affect the head. Above all, avoid strong, coarse perfumes ; and remember, that if a woman’s temper may be told from her handwriting, her good taste and good breeding may as easily be ascertained by the perfume she uses. Whilst a lady charms us with the delicate ethereal fragrance she sheds around her, aspiring vulgarity will as surely betray itself by a mouchoir [zakdoek] redolent of common perfumes.” (dikgedrukt door My inner Victorian)

Er is wel één groot verschil tussen het parfumgebruik van de Victorianen en de 21e-eeuwse consument: Victorianen gebruikten hun parfum op kledingstukken, zakdoeken en toiletartikelen, maar niet op de huid. Een Victoriaanse vrouw had bijvoorbeeld een druppeltje op haar zakdoek, enkele geurige lapjes stof in haar kleding genaaid, of geparfumeerde handschoenen.

Daarnaast waren er volop geparfumeerde zepen, pommades, cold crèmes, handcrèmes en lippenbalsems. Het is interessant om te beseffen dat producten met een lekker – maar onnodig – luchtje toen echt nieuw waren, terwijl wij er nu zo aan gewend zijn. Zelfs gebruiksartikelen als speldenkussens werden geparfumeerd. Ik vraag me daarom hardop af of de combinatie van al deze geurige artikelen niet alsnog voor een vrij sterke parfumlucht kon zorgen. Maar men zal vast goed hebben opgelet.

Het parfum van koningin Victoria

Als er iemand toegang had tot de beste en nieuwste geuren, was het wel Koningin Victoria. Zij maakte vrijwel de hele 19e eeuw mee, en kon dus in principe ook van de hele parfumontwikkeling meegenieten. Toch lijkt het erop dat zij haar hele leven lang het meest heeft gehouden van de populaire geuren uit haar jeugd, en haar eerste jaren met Prins Albert. Citrusgeuren spelen hierin een hoofdrol, namelijk oranjebloesem en Farina 1709 eau de cologne.

parfum reclame Victoriaans

Een advertentie voor Lundborg’s Perfumes uit 1894 [Publiek domein].

Historica Elizabeth Jane Timms deed onderzoek naar Victoria’s favoriete geurtjes, en ging na wat haar familieleden zich van de koningin herinnerden. Zo herinnerden zich verschillende familieleden dat Victoria naar oranjebloesem rook. Dit is niet toevallig, want het is bekend dat Victoria erg van deze bloem hield. Ze droeg zelfs een krans van oranjebloesem in haar haren op haar huwelijksdag. Ook kreeg ze van Albert meerdere juwelen met oranjebloesem als decoratie cadeau.

Victoria van Hessen, één van koningin Victorias kleindochters, herinnerde zich ook dat haar oma naar oranjebloesem rook:

“She […] used a faint perfume of orange blossom. She once gave me a bottle of this scent, which was made at Grasse, but I in vain after her death tried to get it there and elsewhere.”

Mogelijk heeft koningin Victoria het parfum (qua sterkte waarschijnlijk eerder een eau de toilette) aangeschaft bij een parfumeur in Grasse, aan de Côte d’Azur. In deze plaats ging de koningin in haar latere jaren tweemaal op vakantie, in 1887 en 1891. Historica Timms oppert dat Victoria haar geurtje mogelijk bij parfumeur Molinard gekocht heeft, die naar eigen zeggen de Britse koningin tot zijn klantenkring mocht rekenen. Dat is zeer waarschijnlijk, vooral vanwege de verklaring van de parfumeur zelf. Echter: In de regio rond Nice waren volgens Eugène Rimmel rond 1865 honderden bedrijven die zich met de productie van geuroliën bezighielden. Theoretisch kan het dus ook een ander parfumhuis zijn geweest.

rimmel 1865

Een bloementuin en parfumdistilleerderij in Nice, uit het Book of Perfumes van Eugène Rimmel uit 1865 [Publiek domein].

Het Huis Molinard bestaat al sinds 1849, en verkocht in de 19e eeuw verschillende eaux de fleurs (geurwaters van bloemenextract). Tegenwoordig verkoopt Huis Molinard een  eau de parfum met oranjebloesem onder de naam Fleur D’Oranger. Het is een eau de parfum – dus een veel geconcentreerdere geur dan bijvoorbeeld een eau de toilette -, en een creatie uit 2016. Ik heb sterk het vermoeden dat deze moderne geur zwaarder is dan wat Victoria droeg.

Daarnaast hield Koningin Victoria niet alleen van oranjebloesem, maar ook van Farina 1709 eau de cologne. Deze geur kende ze uit haar jeugd – niet zo verwonderlijk, aangezien die geur toen zo populair was. Victoria was dan ook een terugkerende klant bij Farina, en de geur werd ook gebruikt door andere leden van haar uitgebreide familie, zoals haar oom William IV en haar dochter Vicky. Johann Maria Farina kreeg in 1837 een Royal Warrant van de koningin voor het leveren van zijn eau de cologne.

Farina 1709 eau de cologne in de 19e eeuw

Het ‘bedrijfslogo’ van Farina, de vroegte maker van eau de cologne, uit 1868 [Publiek domein]. Op de afbeelding zijn onder andere medailles van koninklijke goedkeuring door Napoleon III en Victoria en Albert te zien.

Koningin Victoria was dus waarschijnlijk gedurende haar hele leven fan van de wat eenvoudigere bloemengeuren. Het Brits-Franse parfumhuis Creed heeft daarnaast beweerd dat zij in 1845 een exclusief parfum voor de koningin hebben ontwikkeld: Fleurs de Bulgarie. Dit is echter een vrij zwaar parfum van onder andere Bulgaarse rozen en muskus. Ik vraag me af of het naar Victorias smaak zou zijn geweest. Daarnaast is de historie van Huis Creed, dat nog steeds bestaat, door mysteries omgeven… Momenteel broed ik op een tweede blog over Victoriaanse parfums die nog steeds bestaan. Hierin kan ik jullie hopelijk meer vertellen!

Zelf een luchtje maken

Na zo uitgebreid met mijn neus in de boeken (en parfumflesjes) gedoken te zijn, lijkt het me leuk om zelf eens de handen uit de mouwen te gaan steken. In Victoriaanse huishoudboeken, etiquettegidsen en in The Art of Perfumery (1857) staan verschillende voorbeelden voor zelfgemaakte parfums, maar de meeste daarvan zijn toch redelijk bewerkelijk voor een modern huishouden. Daarom ben ik van plan om ergens in de komende periode een ‘eenvoudig’ Victoriaans luchtje te maken, op basis van de geuren die geliefd waren rond het midden van de 19e eeuw. Ik houd jullie op de hoogte.

Het is weer tijd voor thee. Ik voel mij geïnspireerd om een heerlijke rozenthee te kiezen.


Voor het schrijven van dit blog heb ik de volgende bronnen gebruikt:
Jane Eastoe: Victorian Pharmacy – Rediscovering forgotten Remedies and Recipes (2010).
Ruth Goodman: How To Be A Victorian (2013).
Mimi Matthews: This Is What Victorian Ladies Smelled Like. In: Bust Magazine.
Mimi Matthews: How Much Scent is Too Much?—Victorian Advice for Ladies and Gentlemen (12 maart 2018), op MimiMatthews.com.
Mimi Matthews: The Scent of Violets: Perfume, Cosmetics, and Crime in the Late Victorian Era (19 juni 2017), op MimiMatthews.com.
Mimi Matthews: A Victorian Lady’s Guide to Fashion and Beauty (2018).
W.G. Septimus Piesse: The Art of Perfumery and Method of Obtaining the Odors of Plants (1857).
Eugène Rimmel: The Book of Perfumes (1865).
Elizabeth Jane Timms: Finding Queen Victoria’s perfume. Op: RoyalCentral.co.uk (12 mei 2019).
“Duke of Pall Mall”: Making history III: The usable pasts of Creed and Farina. Op: PerfumedPolitics.blogspot.com (22 juni 2009).
4711 op Wikipedia.org.
Boldoot op Wikipedia.org.
Joannes Boldoot op Wikipedia.org.
Creedboutique.com.
Creed op Wikipedia.org.
Eau de cologne op Wikipedia.org.
Eugène Rimmel op Wikipedia.org.
Guerlain.com.
Guerlain op Wikipedia.org.
Johann Maria Farina gegenüber dem Jülichs-Platz op Wikipedia.org.
Parfumerie Molinard op Wikipedia.org.
Penhaligons.com.
Penhaligon’s
op Wikipedia.org.
Royal warrant of appointment op Wikipedia.org.

7 gedachten over “Victoriaanse parfums: Geuren uit de 19e eeuw

  1. Echt super leuk dit! Ik ben dol op parfum dus dit is echt zo interessant. Ik blijf het fascinerend vinden hoeveel de Victoriaanse tijd nog doorsijpelt in deze tijd.

    • Ja hè, dat vind ik ook. Ik blijf me ook verbazen hoeveel van onze dagelijkse zaken in de 19e eeuw zijn uitgevonden of ontwikkeld. (Zoals de ritssluiting, bijvoorbeeld…)

    • Dank je wel, Darina! Ik dacht al dat het een onderwerp voor jou zou zijn. Ik vind het leuk dat Guerlain zo’n lange geschiedenis heeft.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.