Het leven van gewone, alledaagse mensen blijft het leukste om te onderzoeken. Vandaag neem ik jullie mee op een speurtocht naar een persoon, wier naam ik zomaar ontdekte in een krant uit 1857: Christina Arnoldina van Teylingen. Ik raakte benieuwd naar haar levensverhaal, en ging naar haar op zoek. Christina blijkt een veelbewogen leven te hebben gehad, zo verraden de archieven. Ik paste de puzzelstukjes in elkaar! Pak een warm drankje en ga lekker zitten voor deze longread…
In een eerder blog, waarin ik vertelde over die ene krant uit 1857, vroeg ik mij af waarom juist dit exemplaar bewaard gebleven was. De enige hint daarover was een naam in een overlijdensadvertentie: Christina Arnoldina van Teylingen stierf op 3 februari 1857. Ik wilde graag wat meer over haar te weten komen, maar zomaar een naam uit een krant plukken is zeker geen garantie voor een succesvolle zoektocht. Verreweg de meeste mensen verdwijnen in de nevelen der tijd.
Maar omdat er vrouwe voor haar naam stond, wilde ik het wel proberen. Vooraanstaande mensen laten immers meestal meer sporen na dan het gewone volk. Een tweede, uiterst tragisch krantenbericht uit haar naam, maakte dat ik vastbesloten raakte om haar levensloop na te speuren.
Een gegoede familie
Christina Arnoldina van Teylingen werd geboren op 24 oktober 1777 in Den Bosch. Even voor de historische plaatsing: Ze was dus zo’n twee jaar jonger dan Jane Austen. Zoals gewoonlijk in die tijd werd Christina’s maatschappelijke positie afgemeten aan de status van de familie waarin ze geboren werd. Gelukkig voor Christina waren haar ouders Mr. Arnout van Teylingen (1751-1802) en Catharina Jacoba de Mey van Streefkerk (1746-1821).
Vooraanstaande mensen, want zowel de familie van Teylingen als de familie De Mey van Streefkerk bekleedden door het hele land hoge bestuursfuncties in steden als Leiden, Gouda, Rotterdam en Den Bosch. Een volle neef van Christina werd later zelfs minister in het kabinet van Koning Willem I.
Het spreekt voor zich dat de beide families vermogend waren. Als kers op de taart werden de leden van de familie De Mey van Streefkerk in 1826 bij Koninklijk Besluit in de Nederlandse adelstand verheven. Christina was bij haar geboorte dus officieel nog geen jonkvrouw, maar later wel. Haar jongste broer, Diederik van Teylingen, deed ook zijn best bij de koning en werd in 1836 in de adelstand verheven.
Christina groeide op in een gezin waarin naast zijzelf nog twee meisjes en drie jongens geboren werden. Één broer stierf jong, maar voor de rest bereikten alle kinderen de volwassen leeftijd. Christina was de middelste van de meisjes: Cornelia was drie jaar ouder, en Johanna Rosina vijf jaar jonger dan zij. Ik stel me zo voor dat Christina vooral met haar oudere zus zal zijn opgetrokken.
Ongetwijfeld kregen Christina en haar zussen in Den Bosch een deugdelijke opvoeding, zoals gebruikelijk was voor jongedames van hun stand. Denk aan lessen Franse conversatie, borduren, muziek en dans. Het was waarschijnlijk de bedoeling dat ze een gunstig huwelijk zouden sluiten, met een man uit een adellijke familie of een patriciersgeslacht.
Zoals gewoon was bij vrouwen uit Christina’s tijd – vraag maar aan Jane Austen -, werden de belangrijke momenten in haar leven bepaald door mannen. Vrouwen werden gedefinieerd aan de hand van hun positie ten opzichte van de belangrijkste man in hun leven: hun vader, hun broer of hun echtgenoot.
Een huwelijk uit liefde?
En zo vinden we Christina voor het eerst terug in de archieven op het moment dat zij met ene Gilles Angot in ondertrouw ging, in 1802. Toen woonde zij in het dorp Zoeterwoude bij Leiden. Haar vader was inmiddels in datzelfde jaar overleden, en haar moeder die in Leiden woonde, gaf schriftelijk toestemming voor het huwelijk. Christina was op dat moment net enkele maanden 25 jaar oud, en daarmee meerderjarig. De toestemming om te trouwen had ze dus officieel niet nodig, maar het zou natuurlijk kunnen dat er bij een goedgekeurd huwelijk ook een bruidschat of toelage vanuit de familie vrijkwam.
Opvallend is wel dat moeder niet zelf naar Zoeterwoude ging om haar toestemming te geven, maar daarvoor een notariële akte op liet stellen in Leiden. Uit de akte blijkt dat een toestemming in persoon gebruikelijker zou zijn geweest. Zouden de verhoudingen tussen moeder en het aanstaande bruidspaar niet zo goed zijn geweest?
Er is een plausibele reden om te veronderstellen dat Christina’s ouders niet bijzonder blij waren met de verbintenis: Christina’s vader overleed op 17 december 1802, zo’n twee weken voor de ondertrouw. Het is niet onwaarschijnlijk dat hij geen toestemming had willen geven voor het huwelijk van zijn dochter. Nu hij er niet meer was, was de weg vrij.
Er vielen mij wel meer merkwaardige zaken rond Christina’s huwelijkssluiting op. Haar aanstaande echtgenoot was een 24-jarige dokter, afkomstig uit het plaatsje Vassy in Normandië. Een Fransman, dus. We moeten niet vergeten dat de jaren van de Franse Revolutie nog maar net achter de rug waren, en dat het grootste deel van Nederland in 1802 inmiddels een satellietstaat van Frankrijk was geworden onder de noemer Bataafs Gemenebest.
Christina woonde eind 1802 dus in Zoeterwoude, waar zij op 31 december in ondertrouw ging met Gilles. Maar uit de toestemmingsakte van Christina’s moeder blijkt, dat het stel niet al te lang geleden nog in Blerick bij Venlo had gewoond. Frans gebied, dus. Daarnaast werd het huwelijk pas na lang wachten voltrokken in Maasbree (wederom bij Venlo), op 6 oktober 1803. Het blijkt dat ook Gilles toestemming heeft moeten vragen voor het huwelijk, en wel aan het Staatsbewind (‘de regering’), via het Hof van Justitie over Holland en Zeeland.
Wat een rommeltje! Mogelijk had Gilles niet de juiste bewijzen om te kunnen trouwen, omdat je op zo’n officieel moment onder andere je geboorteakte moest kunnen overleggen, en moest kunnen bewijzen dat je niet al getrouwd was. Dit kon lastig zijn voor een huwelijkspartner uit een roerig buitenland.
Het regelen van het huwelijk verliep dus nogal chaotisch, en het heen-en-weer tussen de regio’s Venlo en Leiden was op zijn minst opvallend. Ik vermoedde dat de chaotische weg naar het huwelijk wel eens te maken zou kunnen hebben met een andere vraag die in mijn achterhoofd bleef steken: Waarom trouwde een dochter uit een respectabele Nederlandse regentenfamilie met een eenvoudige Franse arts?
Het meest romantische antwoord zou zijn: Uit liefde. En die genegenheid zal er vast en zeker zijn geweest. Want van het één komt het ander: Christina was al zwanger geweest! Hoewel ik geen officiële geboorteakte of doopoorkonde heb kunnen vinden, blijkt uit andere documenten dat een dochter van Christina en Gilles werd geboren op 12 februari 1802 in Blerick. Cécile Louise Christine kwam een jaar vóór de ondertrouw ter wereld, en was ruim anderhalf jaar oud toen haar ouders eenmaal officieel trouwden. Oeps. Dat was niet helemaal in de juiste volgorde.
Ik kan me niet anders voorstellen dan dat de familie van Christina in verlegenheid zal zijn gebracht door de buitenechtelijke zwangerschap van hun dochter. De reputatie van een jonge vrouw van stand was al bij minder verregaande intimiteiten compleet geruïneerd. En hopelijk sloeg de schande niet over op haar zussen…
Maar in plaats van de relatie te verbreken, in het geheim te bevallen, en het kind af te staan, koos Christina voor een andere route. Zij en Gilles wachtten net zo lang totdat ze wél konden trouwen, en kwamen daarna naar Nederland terug als een gewoon, braaf gezin. In een nieuwe stad zou heus niemand naar de details van je huwelijksdatum vragen. Door de toestemmingskwestie van Gilles duurde het allemaal wat langer, maar uiteindelijk lijkt het te zijn gelukt!
Uiteraard heb ik me afgevraagd hoe Christina en Gilles elkaar hebben leren kennen. Dat blijft giswerk. Aangezien hij als Franse dokter in Nederlandse contreien verkeerde, vraag ik me af of hij misschien op enige moment arts in het Franse leger is geweest. Een officier zou hebben kunnen verkeren in de kringen van de Nederlandse elite. Een knappe man in uniform die het hart van een welgesteld meisje verovert; het klinkt als een Austenesque romance, maar het kán natuurlijk wel.
Een krantenbericht dat ik hieronder zal laten zien, lijkt erop te wijzen dat het huwelijk tussen Christina en Gilles liefdevol is geweest. Het stel ging wonen in Leimuiden, een dorp ten noorden van Alphen aan den Rijn, waar Gilles schout werd. Deze functie bekleedde hij vanaf 1811. Ik heb zo het vermoeden dat zijn schoonfamilie wel een beetje zal hebben geholpen met het verkrijgen van de post. Het was geen slechte positie, maar ook niet zo vooraanstaand als die van Christina’s mannelijke familieleden. Ik hoop dat zij nooit spijt heeft gehad van dit treetje lager op de sociale ladder. Dochter Cécile bleef enig kind.
“dezen zwaren ramp”
De jaren gingen voorbij, waarin Gilles een boekje publiceerde over Franse taalvaardigheid, en waarin hij braaf aktes voor de burgerlijke stand opmaakte. Het lijkt erop dat hij alle huwelijken in Leimuiden sloot tussen 1811 en 1820. Hij had zeker in het begin een mooi handschrift, en beheerste de Nederlandse taal goed.
In 1821 sloeg het noodlot toe. In databank Delpher vond ik een krantenbericht van Christina zelf, waarin ze beschrijft welk ongeluk een dag eerder heeft plaatsgevonden:
Wat een verschrikkelijke tragedie, om op deze manier je man en kind te verliezen. Dit is geen droog familiebericht, maar een kennisgeving van een diepbedroefde vrouw. Wat moet zij beginnen zonder haar “beminden echtgenoot” en “eenige dochter”, na deze “zwaren ramp”?
Christina dateerde haar bericht overigens op 15 mei 1821. Het bericht verscheen echter in de Opregte Haarlemsche Courant van 19 juli 1821, een klein detail dat van groot belang bleek bij mijn verdere zoektocht.
Want natuurlijk wilde ik weten hoe dit tragische ongeval had kunnen plaatsvinden. Mijn fantasie nam al de vrije loop: In mijn hoofd zag ik een rijtuig in volle vaart in het donker langs de Rijn gaan, waarbij toepasselijk gedonder en gebliksem het paard lieten schrikken, en tenslotte het rijtuig voorwaarts de rivier in verdween!
Maar zo ging het niet. Het mooie bij dit soort onderzoek is dat je op de allerkleinste details kunt letten in een poging om achter de ware geschiedenis te komen.
Een zoektocht in de kranten leverde in eerste instantie geen verder nieuwsbericht op, dus moest ik het doen met dit ene verslag in de woorden van Christina zelf. Zo noteerde ik dat het gezin in Leimuiden had gewoond, dat vader en dochter in mei 1821 om het leven waren gekomen, en dat zij op dat moment huiswaarts keerden langs de Rijn.
Zoeken naar Gilles en Cécile
Ik besloot te onderzoeken wáár de twee precies te water waren geraakt. Ik koos de meest logische route langs de Rijn, die loopt tussen Leiden en Utrecht, waar je ter hoogte van Alphen aan den Rijn naar het noorden moet afbuigen om bij Leimuiden te komen. Daarna zocht ik in een 19e-eeuwse atlas op, welke gemeentes er op dat traject aan de oever van de Rijn lagen. En van deze gemeentes doorzocht ik alle overlijdensregisters van mei 1821. Een hele klus!
Als archiefsnuffelaar moet je soms ook wat mazzel hebben, en dat had ik gelukkig! Na enkele gemeentes stuitte ik op de gemeente Oudshoorn, inmiddels onderdeel van Alphen aan den Rijn. In het dorpje Oudshoorn woonden niet zo veel mensen, zodat ik snel alle overledenen van het jaar 1821 voor mijn neus had. Jawel hoor, Gilles en Cécile stonden erbij! Tot mijn verbazing was hun overlijdensdatum niet 14 mei, maar 14 juli.
Ik kan me voorstellen dat Christina bij het schrijven van haar krantenbericht zo door verdriet overmand is geweest, dat zij de datum verkeerd genoteerd heeft. Dat lijkt een onbelangrijk detail, maar daardoor was het voor mij wel moeilijker om de overlijdensaktes van haar echtgenoot en dochter te vinden. Toen ik ze uiteindelijk wel vond, leverden ze mij de volgende informatie op:
- Gilles en Cécile stierven in Oudshoorn langs de Rijn, een traject van zo’n 3,5 kilometer lang. Hier ligt de weg ook tegenwoordig nog heel dicht langs de rivier, zonder begrenzing door middel van hekken of paaltjes.
- Het was op het moment van het ongeluk nog licht, want Gilles en Cécile overleden om zeven uur ’s avonds, en het was hoogzomer. Gezien de zomerdag maakten ze mogelijk gebruik van een open rijtuig, wat echter niet heeft kunnen verhinderen dat de inzittenden verdronken.
- Er stierven die dag geen andere mensen in Oudshoorn, waardoor we voorzichtig kunnen aannemen dat er geen koetsier bij betrokken was, maar dat Gilles zelf het paard mende.
- Cécile’s geboorteplaats was Blerick bij Venlo. Haar leeftijd wordt gegeven als “circa twintig jaren”. Deze vage aanduiding doet vermoeden dat haar precieze geboortedatum liever niet genoemd werd. Wij weten waarom…
En zo kwam ik steeds een stapje verder in mijn onderzoek. Uiteindelijk vond ik dankzij alle aanwijzingen een tweede krantenartikel, dat ons eens stuk meer over de toedracht van het ongeluk vertelt:
Gilles en zijn dochter zaten dus een open rijtuig voor twee personen, een curricle, met één paard ervoor. Een dergelijk rijtuig werd meestal door twee paarden getrokken en gold als de hippe sportwagen van zijn tijd, waarmee veel ongelukken gebeurden. Het ongeluk van vader en dochter had echter weinig met zijn rijstijl te maken: Het paard schrok door onbekende reden op het moment dat het de ’s Molenaarsbrug opliep. Het steigerde, en liep vervolgens achteruit. Op een foto van begin 20e eeuw is goed te zien hoe het rijtuig vanaf de brug, via een steile helling zó de rivier in kon vallen.
Je kunt je voorstellen dat het een enorme schrik moet zijn geweest voor de inzittenden van het rijtuig, en voor omstanders. Om achteruit het water in te worden geworpen, met een paniekerend paard bovenop je, dat overleeft niemand. Het is aannemelijk dat Gilles en Cécile niet konden zwemmen, al vraag ik me af of dat in dit geval veel had uitgemaakt. Overigens stierf ook het paard in de diepe Rijn.
Zo kwamen Gilles en Cécile aan hun noodlottige einde, op respectievelijk 42-jarige en 19-jarige leeftijd.
Een nieuw leven, nieuwe echtgenoten
Christina moest nu alleen verder, en dat was voor een jonge weduwe in haar tijd niet gemakkelijk. Naast alle verdriet was het alleenstaande leven voor een vrouw hoogst onpraktisch, omdat met name mannen zaken regelden, en een inkomen binnen brachten.
Al in 1823 trouwde de weduwe opnieuw. Deze snelheid versterkt mijn gevoel dat zij een man met inkomen nodig had. Ze trouwde op 21 oktober 1823 in Leimuiden met Fredrik Roem, een 56-jarige koopman uit Alkmaar. Hij was net als Christina al eerder getrouwd geweest, en had in ieder geval één volwassen zoon, Pieter.
Zoals gebruikelijk was verhuisde Christina naar de woonplaats van haar man, waar ze bij hem introk op Luttik-Oudorp 56. Roem was een welvarende man, die veel handelde in onroerend goed en bovendien een cichoreifabriek bezat. Cichorei was in die tijd een geliefde, goedkope vervanging voor koffie.
Helaas was het geluk van korte duur. Op 16 mei 1827 overleed Fredrik, na nog geen vier jaar huwelijk. Zoon Pieter nam de zaak over, en Christina kreeg als weduwe een legaat van 1000 gulden per jaar, zo’n € 10.000 euro vandaag de dag. Geen bedrag waarvan je volledig kon rondkomen, maar toch een mooie som. Aangezien Christina daarna nog 30 jaar zou leven, was dat een hele kostenpost voor de erfgenamen van haar man. Zoals Jane Austen al spitsvondig schreef in Sense and Sensibility (1811):
“People always live for ever when there is an annuity to be paid them.”
En zo was Christina voor de tweede maal weduwe. Inmiddels was ze 49 jaar oud. Toch besloot ze twee jaar later voor een derde maal in het huwelijksbootje te stappen, en wel met een kapitein in het leger: Peter David du Moulin. Deze was op het moment van hun huwelijk in april 1829 59 jaar oud, en weduwnaar met volwassen kinderen. Hij was het grootste deel van zijn leven militair geweest.
Al op 15-jarige leeftijd, in 1787, had Peter zich bij het leger gemeld. Hij kreeg meteen de laagste officiersrang, en werd dus niet een eenvoudige soldaat. Dit komt waarschijnlijk doordat hij van welgestelde afkomst was. Zijn ouders waren vermogend, en zijn vader bezat zowel buitenplaats Hoornwijk in Rijswijk als een luxe hotel in Den Haag.
Al snel maakte Peter carrière als luitenant en uiteindelijk werd hij kapitein, waaronder meerdere keren als onderdeel van de Generale Staf der Armee.
Peter was ook meerdere malen op eigen verzoek uit dienst gegaan. Mogelijk had dit deels te maken met de wisseling der machten, want de jaren 1795-1815 waren roerige tijden op ons huidige grondgebied. Zeker is dat hij tussen 1800 en 1807 in Leiden woonde, als burger. Zo studeerde hij in 1805 rechten aan de universiteit, en hielp hij na de kruitramp van 1807 mee bij het opruimen van het puin. Hierbij had hij een leidinggevende functie, ook al was hij pas 25 jaar oud. Hij lijkt dus een man van enige status te zijn geweest.
Ik vraag me af of Christina haar derde echtgenoot misschien al in deze tijd heeft leren kennen. Haar ouders woonden tenslotte ook in Leiden, en zij zelf in de buurt. En als we aannemen dat Gilles eveneens in militaire kringen verkeerde, zou het helemaal niet gek zijn geweest wanneer een Nederlandse legerkapitein tot dezelfde kennissenkring behoorde.
Ik ben verder niet veel te weten gekomen over het leven van Peter en Christina samen. Ze trouwden in Ubbergen, vlakbij de Duitse grens, waar Peter op dat moment waarschijnlijk al woonde. Peter overleed in Beek op 13 oktober 1838, op 67-jarige leeftijd, na een huwelijk van negen jaar. Christina stond er wederom alleen voor.
Christina zou niet nogmaals trouwen. Wat ze deed nadat ze voor de derde maal weduwe geworden was, heb ik niet kunnen achterhalen. Ik vind haar pas terug bij haar overlijden, bijna twintig jaar later, in de krantenadvertentie die dit onderzoek startte.
Terug naar huis
In de laatst jaren van haar leven woonde Christina in een prachtige woning in Alphen aan den Rijn. Huize Klein Raadwijk bestaat nog steeds, en het is overduidelijk niet het minste optrekje. Het huis heeft vanaf de voorkant uitzicht op de Rijn: Het ligt opmerkelijk genoeg maar zo’n twee kilometer stroomafwaarts van de plek waar Gilles en Cécile om het leven gekomen zijn. Op de kaart hierboven duidt het groene vierkantje de woning aan!
Ik vroeg me af of Christina misschien om sentimentele redenen naar deze plek was teruggekeerd. In deze streek rond Alphen aan den Rijn had ze lang gewoond, en misschien wel de fijnste jaren van haar leven doorgebracht. Ik kan me niet anders voorstellen dan dat ze bij elke blik op de Rijn even aan haar eerste man en enig kind heeft gedacht.
Toch heeft de werkelijkheid ook hier een praktische kant. Toen ik probeerde te achterhalen of Christina het pand huurde, of wellicht gekocht had, bleek de eigenaar ene Jan Willem van Musschenbroek te zijn. En hij was op zijn beurt getrouwd met Anna de Mey van Streefkerk: een volle nicht van Christina! Blijkbaar heeft haar familie van moeders kant zich in de laatste jaren over Christina ontfermd, en haar op Klein Raadwijk laten wonen. Hoewel het niet altijd prettig moet zijn geweest om als poor relation bij je familie aan te kloppen, is het toch een fijn idee dat de banden ondanks Christina’s bewogen leven blijkbaar warm genoeg zijn gebleven.
Kruimeltjes geschiedenis
Mijn levensbeschrijving van Christina is behoorlijk lang geworden, en dat is eigenlijk best bijzonder. Van veel mensen is helemaal niet zo veel detail te vinden, en bovendien maakt niet iedereen evenveel mee. De vondst van een buitenechtelijke zwangerschap in hogere kringen en een rampzalig ongeval zijn voor historici natuurlijk bijzonder interessant.
Het zal jullie niet verbazen dat mijn onderzoek, dat slechts startte met een overlijdensadvertentie, enorm veel tijd en zoekwerk heeft gekost. Ik heb ontelbare bronnen gebruikt om alle piepkleine puzzelstukjes aan elkaar te plakken. Denk aan stambomen, aktes van geboorte, huwelijk en overlijden, atlassen, notariële akten, kadasterdata, militaire stamboeken en krantenartikelen. Al deze kruimeltjes geschiedenis vormden uiteindelijk het spoor van Christina’s levensverhaal. We hebben zelfs haar stem mogen horen, in het treurige krantenartikel uit juli 1821. En dat is, 200 jaar na dato, toch best bijzonder.
Het is tijd voor thee.
Veel dank aan mevrouw Van Musschenbroek Greve-Hamminga voor haar toestemming voor het gebruik van de portretten uit de familie Musschenbroek. Mijn dank gaat eveneens uit naar een aantal mensen die mij hielpen in mijn zoektocht: Mijn vader voor zijn uitleg bij notariële akten, mijn tante Lida voor informatie uit het kadaster, en Ingrid voor het gezellige autoritje langs de Rijn.
Voor het schrijven van dit blog heb ik veel bronnen gebruikt, te veel om hier op te noemen. Hieronder volgt een algemene lijst van gebruikte bronnen:
Delpher.nl. Online databank met Nederlandse kranten, boeken en tijdschriften.
Beeldbank van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
Nationaalarchief.nl.
Gemeentearchief Alphen aan den Rijn.
Erfgoed Leiden en Omstreken.
Geldersarchief.nl.
WieWasWie.nl.
Familysearch.org.
https://www.genealogieonline.nl/.
Familie De Mey op Wikipedia.org.
Familie Van Teylingen op Wikipedia.org.
Familie Van Musschenbroek op Wikipedia.org.
Website van de familie Van Musschenbroek.
Geweldige blog ik heb het in een stuk doorgelezen en je moet wel een soort Miss Marple in je genen hebben zo knap hoe je het hebt uitgepuzzeld .Heel hartelijk bedankt voor dit geweldig werk dat je hebt verricht .
Haha, dank je wel Wies, voor je mooie complimenten! Ik heb vroeger veel Miss Marple gelezen, dus vind het een leuke vergelijking! Ik ben blij dat je mijn onderzoek zo graag hebt gelezen. 🙂
Heel interessant om dit zo te lezen en wat een werk heb je erin gestopt!
Fijn om te horen, Anne! Dank je wel!
heerlijk stukje, heb het op mijn fb pagina gedeeld!
Dank je wel voor het delen, Patricia! 🙂
Hoi Josephine,
Allereerst complimenten voor dit geweldige verhaal. Super mooi speurwerk en heel goed opgeschreven. Ik lees vaak stukken uit Gen (en tijdschrift van het CBG) en dan is het vaak best lastig leesbaar dit soort biografieën. Jouw stuk leest echter als een trein!
Ik heb wel nog een vraag. Hoe zeker ben je ervan dat Cecile echt het kind is van Gilles Angot? Je schrijft dat je de geboorteakte niet hebt kunnen achterhalen, maar dat je de geboortedatum elders vandaan hebt. Ik ben heel benieuwd waar vandaan. De reden dat ik twijfel over Gilles’ vaderschap is dat ze na het huwelijk geen kinderen meer krijgen. Aangezien het waarschijnlijk inderdaad een huwelijk uit liefde was, is dat wel vreemd toch? Nu krijg je uit historische aktes natuurlijk nooit zekerheid rondom biologisch vaderschap, maar ik ben wel benieuwd welke aanwijzingen er voor of tegen zijn vaderschap zijn. Ben heel benieuwd of je hier nog meer over kunt zeggen.
Groet,
Wendy
Wow! Geweldig artikel! Ik heb er waanzinnig van genoten. Heel leuk om over het leven van een ‘gewone’ vrouw te lezen, zeker op internationale vrouwendag. Ik leefde met haar mee en zag het ongeluk door jouw beschrijving en de foto’s helemaal voor me. Ook vond ik het heel interessant om jouw speurtocht door archieven te volgen.
Leuk om te horen, Mieke! Daar doe je het als schrijver toch voor. 🙂 Het is heel verslavend om telkens nieuwe puzzelstukjes in het archief te vinden. Ik ben al benieuwd waar mijn volgende onderzoeken me zullen brengen…
Hoi Wendy,
Dank je wel voor je mooie woorden. Je stelt een goede vraag; ook ik twijfelde bij het schrijven van mijn blog in hoeverre ik hierop in zou gaan. Het werd tenslotte al een lang verhaal.
Mijn belangrijkste bron voor Céciles geboortedatum is een bericht uit het tijdschrift ‘De Nederlandsche Leeuw’ van het Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde uit 1884. Hierin wordt genoemd dat uit het huwelijk van Gilles en Christina één dochter werd geboren op 12 februari 1802, die met hem verongelukte in de Rijn in 1821. Hierin wordt Cécile dus formeel genoemd als Gilles’ dochter.
Inderdaad is het bewijs van biologisch vaderschap lastig in historisch onderzoek. Bij kinderen binnen het huwelijk geldt de echtgenoot altijd als vader. Dat is nu nog steeds zo.
Bij buitenechtelijke kinderen is de vader meestal niet formeel bekend. Het kind krijgt dan de achternaam van de moeder. In het geval van Gilles en Christina heb ik me net als jij afgevraagd of er meer achter hun verhaal zit, omdat zij geen verdere kinderen meer lijken te hebben gekregen. Maar het kan ook zijn dat het gewoon natuurlijk bij één kind gebleven is, bijvoorbeeld door complicaties na de eerste zwangerschap. Of misschien zijn er miskramen geweest. Dat weten we niet.
Theoretisch is het mogelijk dat Cécile alleen de natuurlijke dochter van Christine óf Gilles is geweest, en dat de andere partner het kind vervolgens geaccepteerd heeft. Dat is nogal vergezocht, maar niet onmogelijk. Een aanwijzing voor een familieband vinden we in de naam van het meisje, dat als derde naam ‘Christine’ draagt. Dat zou haar verbinden met Christina, wat ook wel het meeste voor de hand ligt.
Het was voor een man overigens mogelijk om een buitenechtelijk kind op het moment van trouwen te erkennen, dat gebeurde zelfs regelmatig. Maar in de meeste gevallen was de man in kwestie dan ook verwekker van het kind geweest.
Het verhaal van Gilles en Cécile zou wel bijzonder sterk van de norm afwijken als Christina een kind zou hebben gehad van een ander, en dat vervolgens door Gilles zou hebben laten erkennen. Er is geen enkele aanwijzing dat zij – nota bene een meisje uit de hogere klasse – in die mate ‘avontuurlijk’ was. Puur speculatief denk ik dat Christina’s ouders het huwelijk tussen haar en Gilles niet zouden hebben tegengehouden als Gilles al avontuurtje nummer 2 was geweest. Zo’n losse dochter kun je maar beter zo snel mogelijk onder de pannen hebben, ook al is het met een eenvoudige arts!
Het is overigens jammer dat Cécile niet heeft kunnen trouwen, anders had zij een geboorteakte moeten overleggen. Dat was interessant geweest…
Zelf ga ik ervan uit dat Cécile de natuurlijke dochter van Gilles en Christina was. Maar 100% zeker weet je dat natuurlijk nooit.
Prachtig bewogen verhaal. Ik heb het gedeeld met de Facebookgroep Oud Kaag en Braassem, waaronder tegenwoordig Leimuiden valt.
Zelf schrijf ik ook familieverhalen. die deels in de 19e eeuw gesitueerd zijn.
https://groothoff.wordpress.com/
Volkert Groothoff
Bedankt voor het delen, Volkert. Ik heb je site bekeken, erg interessant!
Wat een super goed blog Josephine. Ik heb het met veel plezier gelezen.
Dank je wel, Marianne! 🙂
Wat een uitgebreid onderzoek! Heel interessant. Dank je wel.
Graag gedaan, MsBlickie!
Wat een leuk verhaal om te lezen, al waren de gebeurtenissen niet zo leuk. Wat een speurwerk heb je verricht! Leuk om te doen, hè? Ik ben zelf met mijn voorvaderen en -moederen bezig en ontdek dan ook van die verrassende dingen. De afbeeldingen die je erbij hebt gevonden en geplaatst zijn zeer passend en maken het verhaal heerlijk levendig.
Welgemeende complimenten.
Dank je wel, Ineke. Ja, stamboomonderzoek is leuk hè. Ik heb de mazzel dat mijn vader al heel veel heeft uitgezocht. Zelf ben ik op dit moment bezig met het inscannen van oude familiefoto’s, en het noteren wie er allemaal op staan. Gelukkig heb ik zelf nog veel aan mijn oma’s kunnen vragen, en nu aan mijn vader. De oudste foto’s zijn van rond 1880, dat vind ik heel bijzonder. Het mooiste is natuurlijk als je er een verhaal bij hebt.
Misschien vind je deze blogpost ook leuk om te lezen: https://www.myinnervictorian.nl/pleidooi-voor-omas/
Erg genoten van deze blogpost. Alle complimenten, dankjewel Josephine!
Dank je wel, Isa! 🙂
Weer genoten van dit stuk en mijn complimenten voor de zoektocht naar dit verhaal van deze bijzondere vrouw. Beheer zelf de Instagram pagina vrouwenvanvroeger en heb mij altijd enorm geïnteresseerd in het leven van vrouwen door de jaren heen. Kijk altijd erg na je blogs uit.:)